-8.N0V.13TJ Mi 2 6 rectificeeren. Wij hebben al het moge lijke gedaan om hier een vroedvrouw le krijgen. Die beschuldiging komt dus hier niet te pas. De VOORZ. Als de heer Bazelier eens even geïnformeerd had, zou hij die be schuldiging niet hebben geuit. De mensehen kunnen altijd geneeskun dige hulp inroepen, de dokters zullen altijd helpen, ingevolge de regeling die wij met hen getroffen hebben. Dat de menschen daar zoo weinig gebruik van maken is niet onze schuld. dhr. BAZELIER. 60 kindertjes geboren zonder verlossing, we zitten toch in geen achterhoek? Een vrouw heeft toch recht op een behoorlijke verlossing. De vrou wen liggen daar in hun laatste oogen- blikken, en dan moeten ze toch verlos sing hebben. Dan kgn de dokter wel worden gehaald, maar die is dikwijls op zoo'n oogenblik bij een paar ernstige zie ken, die hij ook weer niet graag achter laat. Ik kan niet begrijpen dat wij hier geen vroedvrouw kunnen krijgen, maar 't is treurig, 60 kindertjes geboren zonder verloskundige liujp. De VOORZ. Stelt vyor het schrijven in handen der salariscommissie le stel tenwaartoe ook wordt besloten. dhr. HERBERS. Ik ga accoord met het gesprokene door mej. van Meer, dat sa laris van 1' 2500, is veel te hoog. Maar dat we hier een vroedvrouw noodig heb ben daar zijn wc toch allen van over tuigd. De VOORZ. Dat ben ik met U eens. JU> I v b J Mededeeling van de Schattingscani- oJT^cn^A. missie inzake te onteigenen perceelen ten 'ie PioQ J behoeve van de verbetering van den Roo- sendaalschcn en Steenbergschen Wiet. Het rapport met bescheiden wordt voor gelezen. dhr. HERBERS is het eens met het rap port der commissie. Hij vraagt wanneer met die werkzaamheden zal worden aan gevangen, zulks met het oog op de werke loosheid. De VOORZITTER. Voor zoover mij be kend zal er in December of Januari een aanvang met het werk worden gemaakt. dhr. BAZELIER. Met het oog op de komende werkeloosheid, is liet no.odeik-v lijk dat zoo spoedig mogelijk met bet werk wordt aangevangen. Daarom zou ik van den Raad een adres willen laten uitgaan, „Wij verzoeken het werk zooveel mogelijk te bespoedigen. Verder heb ik aanmerkingen dat de laad en losplaats zoo smal wordt.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1923 | | pagina 115