-8.N0 VI8'.3 O Q 1 5 X en Welberg te behouden goed keurt. Het verschil in het voorstel van tien heer de Wit en dat van den heer Swagemakers is, dat eerstgenoemde een minimumaantal leerlingen van 15 per cursus wil, en de laatste een van 25. Daar het voorstel van den heer Swagemakers het verst strek kende is, behoort dat eerst in stemming te komen. Het voorstel van den heer Swagemakers hierna in stemming gebracht wordt ver worpen met 9—3 stemmen. Vóór stemden de heeren Herbers, Brooijmans en Swagemakers. Tegen de heeren Bazelier, Jacobs, van Poortvliet, Mej. van Meer, de heeren Moors, de Wit, Bogers, van Herel, en van Bergen. Het voorstel van den lieer de Wit om het vervolgonderwijs te de Heen en Wel berg inlact te houden indien het aantal leerlingen per cursus minstens 15 ne draagt, wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. c Schrijven d.d. 13 Augustus 1923 van het Bureau van inlichtingen van den B.K. t/o Bond voor vroedvrouwen, betreffende aan- stelling van een vroedvrouw in de kom V.. der gemeente. Volgens dit schrijven behoort de vroed vrouw een salaris te genieten van f 2500 Zulks zou kunnen worden bereikt, door dat de dokters het minimumtarief voor een verlossing van f 40.— bepaalden ter wijl de gemeente een zoodanig bedrag be hoorde bij' te Storten als het verschil be Iraagt tusschen de inkomsten voort vloeiende uit gedane verlossingen, en het salaris van f 2500.— Mej. van MEER. Ik ben alleszins over tuigd van het groote belang oin in deze gemeente een vroedvrouw t.c plaatsen. Spc ciaal voor den minderen stand is dat van oe'ang. Maar met het salaris van f 2500 ga ik niet accoord, dat is te hoog dhr. BAZELIER. M. de Voorz. hoeveel kindertjes zijn er sinds 1922 geboren zon der verloskundige hulp De VOORZ. Dit kan ik U op 't oogon- blik onmogelijk vertellen. dhr. BAZELIER. We zitten nu al zoo lang zonder vroedvrouw, B. en W. schui ven dat altijd maar op de lange haan. Een mensch is toch waarachtig geen heest. Ik heb uit goede bron gehoord, dal sedert 1922, 60 kindertjes zonder ver loskundige hulp zijn geboren. Is dat niet verschrikkelijk? dhr. MOORS. Ik meen de woorden van den heer Bazelier eenigszins te moeten

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1923 | | pagina 114