T 2 8 B.NOV 1923 2 Op de Heen zijn het juist de jongens dia het vervolgonderwijs hebben gevolgd, die een goede positie hebben bekomen, en daarom dienen we op het platte land, het vervolgonderwijs voort te zetten. dhr. Van POORTVLIET. Ik ga accoord mei het gesprokene door den heer da Wit. Ik heb me|t het schoolhoofd van de Heen een onderhoud gehad, en deze vertelde me dal daar de liefhebberij voor het vervolgonderwijs bijzonder groot is. ik zou het ook heel jammer vinden, in dien dit moest komen te verdwijnen. Ik vind hetgeen de Commissie in haar rap port voorstelt heel goed. Wat betreft de salarissen, hierover zou de salariscom missie haar advies moeten uitbrengen. dhr. HERBERS. Ik ben het met de vorige sprekers eens. Tuist het platte land heeft de grootste behoefte aan het vervolgonderwijs. Wie zich hier in de kom meer wil bekwamen kan de U.L.O. school bezoeken, of liet Nijverheidson derwijs volgen doch ik zou de scha len inteer willen centraliseeren, en wel de kom en Welberg. De leerlingen uit de Kom zouden het vervolgonderwijs aan de school op den Welberg kunnen volgen. dhr. BAZELIER. Ik ^vii ook eens een woordje meespreken. Ik ben steeds een voorstander van goed onderwijs geweest. Nu er echter andere tijden gekomen zijn, moeten we gaan hervormen. Ik ben wel van het nut van het vervolgonderwijs over tuigd, doch nu liet Rijk er de hand heeft afgetrokken, komt alles op de kap van de gemeente. Het Rijk handhaaft zelfs het zevende leerjaar niet meer. We moe ten eens zjen naar de kolossale kosten waarvoor we komen le staan, we moeten deze zaak eens vriendschappelijk met el- naar overwegen, "t zijn slechte tijden, iemand die goed onderwijs genoten heeft kan niet eens aqn een betrekking komen. Zoo is het mij bekend hoe twee jonge ingenieurs, heel aardige jongens, in den Haag dienst doen, als tx-amconducteur. Kijk eens, we hebben nog zooveel voor den boeg, ik zie graag ontwikkeling, maai de financieele draagkracht kan het niet velen. Dat alles moeten we wel overwegen, dhr. de WIT. de heer Bazelier spreekt daar over bezuinigen. Maar ik vraag me af: mogen de bewoners van het platte land dan niets hebben? Moeten wij' steeds maar bijdragen voor de kosten van de stad, en niets daarvoor terug krijgen. Als op 't platte land het vervolgonder wijs weg moet, dan moet ik sterk pro testeeren tegen "het Nijverheidsonderwijs

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1923 | | pagina 111