:2 JHtyt'372
03
18
brengen, 't Zou me eehter te ver voeren hier
over nog verder uit te weiden. Ik meen hier
mede duidelijk gemaakt te hebben hoe ik me
het marktwezen voor Steenbergen voorstel en
te hebben aangetoond dat het bevorderen van
onze weekmarkt niet ligt in bijvoorbeeld het
verlagen van het staangeld of dergelijke, doeh
dat ons marktwezen alleen vooruit gebracht kan
worden, wanneer ter zake kundige menschen
zich ervoor willen spannen en deze oom missie
zou kunnen handelen in overleg en met steun
van het gemeentebestuur.
Ten slotte zou ik willen voorstellen dat zoo
spoedig mogelijk eene markt-commissie zou
worden benoemd van eenige gemeenteraads
leden, die zich bovendien zou mogen uitbreiden
met eenige energieke personen buiten den
gemeenteraad.
dhr HERBERS. ik ga gedeelteljjk met den
heer Peeters aoooord, doch niet met datgene wat
betreft de kraampjes. I)e hoofdzaak dat die niet
bezet zijn, is dat de mindere man geen koop
kracht heeft. Die koopman kan wel zeggen, het
zit hem daarin dat de winkeliers zoo concur -
reeren, maar de mensohen hebben geen centen,
dat is de hoofdzaak We moeten iets probeereu
om de marktte houden, door bijv. het markt-
geld te verlagen en de markt vast te houden tot
dat er meer geld verdiend wordt, 't Kan wel
zijn dat de winkeliers in manufacturen thans
concurreeren, maar als de markt weg is, kunnen
ze wel weer eens opnieuw met de prijzen om
hoog gaa 't Is voor den minderen man ge-
wenscht dat er hier een markt komt.
dhr PEETERS. 't Is me niet te doen om de
markt weg te krijgen, 't is in elk geval een
mooie attractie, maar voor de rest ook niets. Ik
zou willen voorstellen hier eenemarktcommissie
in te stellen om in overleg met het gemeente
bestuur het marktwezen hier tot hooger bloei
te trachten te brengen.
dhr BASELIER. Ik heb destijds hier ge
sproken over verlaging, later heb ik een schrif
telijk voorstel iugediend en dat is verwezen naar
de Commissie van Financien. Ik sympathiseer
wel met de bedoelingen van den hoer Peeters,
doch ga ook accoord met het gesprokene door
den heer Herbers. Als de heer Peeters even
nadenkt, zal hij het met ons eens zijn, dat het
mark'geld moet verlaagd worden, 't Is nog
maar een goed jaar geleden dat de markt hier
triomfeerend werd binnengehaald en nu zouden
onze buurgemeenten lachen als ze moest worden
opgedoekt. We moeten toonen dat we willen
volhouden,kunnen we niet, nu dan begraven we
de markt met eere. Ik heb marktbriefjes gezien
van andere gemeenten en die waren lager als
hier. Doch er zit geen geld onder de menschen
en de kooplui krijgen daardoor geen koopers. Ze
moeten reizen maken en als ze nu zien dat hot
maar half marktgeld geworden is, zullen de