rt
9
T
j&ydUsxjl O*-
yrvu-id. (y^A-d-A*
f AJ~cyui /CiJL-%y[
hebben gedaan, en voor den ijver, waafmede
zij daartoe werkzaam geweest zijn. Ik spreek
de hoop uit. dat het beide heeren in hun
nieuwe woonplaats naar wensch moge gaan.
d. Verzoek van den heer W. van de Kar
om ontslag als lid der schattingscommissie en
lid van het college van Zetters.
De VOORZ. zegt, dat den heer van de Kar
is meegedeeld, dat hij zijn ontslag als lid van
het College van Zetters moet indienen bij den
Commissaris der Koningin.
Als lid der Commissie van aanslag in de
plaats van den heer van de Kar, bevelen
B. en W. aan als le candidaat den heer
A. G. Moors, en als 2e candidaat den heer
M. van Herel.
De heeren van Bergen en Matthijssen wor
den verzocht als stemopnemers te fungeeren.
Uitgebracht werden 10 stemmen, waarvan
7 op den heer Moors en 1 op de heeren
Bogers, van Poortvliet en van Herel.
dhr. MOORS verklaart zijn benoeming te
willen aannemen en zal hiervan aan den in
specteur worden kennis gegeven.
e. Verzoek om eervol ontslag van Mejuttr.
A. M. van Kan als verloskundige, met ingang
van 25 Februari 1922.
VOORZ. Burg. en Weth. stellen voor dit
ontslag eervol te verleenen.
dhr. BASELIER. Is er al eene andere be
noemd?
VOORZ. We hebben eene oproeping ge
daan, doch er zijn nog geen sollicitanten.
dhr. BASELIER. Zouden we ze dan niet
kunnen houden tot er eene andere is
VOORZ. Dat kan hoogstens tot 1 Maart,
volgens hare aanstelling.
dhr. BASELIER. We zullen in moeilijk
heden komen, er zijn vele zieke menschen en
maar 2 dokters.
VOORZ. De verloskundige is niet voor de
zieke menschen.
dhr. BASELIER. Neen, maar daardoor
zijn de dokters zoo zeer bezet.
VOORZ. Dient u dan een voorstel in om
het ontslag te verleenen met 1 Maart, dat is
de uiterste termijn.
dhr. BASELIER. Als we nu geen andere
kunnen krijgen, was het dan niet mogelijk de
juffrouw te bewerken ze nog hier te houden,
door bijvoorbeeld het aantal verplichte verlos
singen van 15 op 10 te brengen
VOORZ. Zouden we hierover dan niet in