8 cè* 10 O gelegenheid te stetleh aah-den Raad mede te de e ten wat de oorzaak der vertraging is. De Commissie J. C. Bazeiier, Voorzitter Chr. Herbers A. Overduin. De VOORZ. Dit zijn de correspondenties die omtrent deze zaak gevoerd zijn. Ik igeef nu liet woord aan de Commissie. dhr. BASELIER, acht zich naar aanlei ding der verschillende correspondenties, als voorzitter der commissie, verplicht, hierover te spreken. Alvorens echter die per in te gjaan op de {oorzaken der istag- natie, verzocht hij echter de hoeren Her bers en Overduin mede 'te dcelen wat (zii welen omtrent het begin hunner werk? zaamheden betreffende dien weg, bij welk begin hij niet bij is geweest1. dhr. OVERDUIN. In eene der vorige ver gaderingen werd eene commissie benoemd voor den weg over den Welberg jen om trent Watervoorziening. De Commissie heeft van hare taak spoe dig werk gemaakt omdat ze binnen 14 dagen rapport zou moeten uitbrengen. Ik trof de heer Herbers aan en we vroegen den beer Ilageman of liij gelegenheid had met ons naar den Welberg te [gaan Ier opneming van de situatie. Door U lals loco-Burgemeester was ons toegezegd dat wc den heer Hageman zouden kunnen vra gen als technisch adviseur. Ik vroeg zulks ann den heer Hageman, die ons (ten (ant woord gaf, dat hij de opdracht had ;zich aboluut niet met die Commissie in fte la.en. Ik vroeg hem of de «neer Bogeiw lof wel de Burgemeester hem die opdracht gegeven had. Hij antwoordde dat die van den Burgemeester kwam. Wij telefoneer den naar den Burgemeester of het waar <vas dat hij onze Commissie niet ierken de. De Burgemoe.ster bevestigde dit en ook idlat hij den heer Hageipan die opdracht had gegeven. Onze Commissie Werd niet er kend omdat ze niet op "behoorlijke Wijze v;a.> samengesteld. Daarop hebben we eene afwachtende houding, aangenomen. Middags deelde de Secretaris ons ech ter mede dat de Burgemeester van ziens wijze was veranderd en de Commissie thans erkende. De Burgemeester meende dat het eene Commissie van beheer was, doch toen de Secretaris hem had uitgelegd •dat bedoeld was eene Commissie van Ad vies, stemde de Burgemeester toe, We hebben toen vergaderd en zijn den volgen den dag met den heer Hageman naar den Welberg gegaan. We hebben een on ander onderzocht, er is eene teekening gemaakt en nu meen ik dat de heer !Baselier de

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1922 | | pagina 129