*L oLrftudj 11922 It 4 O lp» noeming van een tijdelijk onderwijzer en suelt voor ook dit stak voor (kennisgeving aain te nemen. dhr. HERBERS. Die menschen recla meeren dat ze geen antwoord hebben 'ont vangen op hun schrijven naar (s(n ;W. Wij weten de oorzaak wel der vacature doch dal weten die menschen niet !en daarom was het toch beter geweest jeen kiein antwoord 'Ie gevten namens B. (an W. dhr. THEUNISSE. Dit rekest begint met de woorden„Geven met verschnldig- d-en eerbied te kennen." Maar of ide ver dere inhoud v&n het rekest aan die woor- nc.. voldoet, betwijfel ik. Dat de 'kinderen ineer dan twee dagen per week geen (on derwijs genieten en het onderwijs 'laar- door schade lijdt, ben ik met ihen feens. Dat de kinderen echter daardoor verwil deren, betwijfel ik. Dat na informatie (hun gebleken is dat het hoofd der school (her haaldelijk pogingen heeft gedaan bij B. en W. om te trachten dien druil oud ba ren toestand te doen ophouden, neem ik 'wel aan, maar ik vind, als het Hoofd Idier school geweten heeft dat, waar er voo: de kom reeds zoo'n gebrek aan onderwijzers i-., het zeker voor de Heen'nog moeielijker i-> om daar onderwijskrachten te krijgen. Dai had mijn inziens zoo'n ontwikkeld man moeten weten. Dat door Burg. en iWeth. geen enkele poging is gedaan dien toestand te doen ophouden, dit neem ik (niet -aan. Het hoofd heeft eene dochter die (onlangs voor onderwijzeres geslaagd is, waarom stelde hij die dan niet 'beschikbaar voor öe Heen. Dat eerst ondergeteekendé zich schriftelijk tot lieeren Burgemeester en Wethouders heeft gewend, doch geen ant woord heeft ontvangen. In dezen ben ik Biet met den heer Herbers niet eens. De (ge meente telt ruim 9000 inwoners, als (nu ieuer eens een briefje schreef en (B. W moesten elk beantwoorden, waar zou dal heen moeten! Dan staat nog tin Jjet rekest: Ten duidelijkste blijkt dat Burg. en Weth. zich niet het minst (aan (het onderwijs aan de openbare lagere school te Heen laten gelegen liggen. Deze (uit drukking geeft toch geen blijk van „ver- schuldigden eerbied" nocli voor het Da- gelijksch bestuur noch voor den Raad. Die menschen hebben wel rechten, doch ook plichten in acht te hemen, tonder andere van beleefdheid. tlnr. VAN POORTVLIET. Als men den heer Theunisse hoort, lijkt het of de (in zenders van het rekest in gebreke zij'n ge bleven, door oneerbiedigheid dil kan ik Hiel precies beamten!. 't Is wrel noo dig dat (die ingezetenen eerbied voor 't gezag hebben doch dit behoeft geen onderdanigheid te

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1922 | | pagina 123