10 -3-PER1922 Als nu de Raad besluit overeenkomstig het advies van den gemeento-opzichtor, welk wij ook tot het onze maken, dan geloof ik dat het verzoek der bouwvereeniging voor kennisgeving kan worden aa genomen. dhr. THEUNISSE. Na de verbeteringen, kan dan de bouwvereeniging opgeven welke huur de woningen moeten opbrengen, want ik sym pathiseer wel met de bouwvereenigingen, hoe wel dat wel eens falikant uitloopt, want ik heb ook gesympathiseerd met de bouwvereeniging te Kruisland. Des'ijds heb ik gevraagd hoeveel buur de woningen in de wipstraat deden en ver nam ik dat dit was f 1 90 a 2.10. Dit is jammer lijk zoo niet in Kruisland Daar zijn toen 30 woningen gebouwd en die mo isten verhuurd worden voor f3.en nu de menschen met trosjes op de straat staan, nu moot er nog 60 ct. bij. Ik verwijt dit niet aan de bouwvereeniging, doch het ligt aan den Minister, die hiermede volgens mijne meening eene onjuistheid begaat. Ik ben er voor dat met alle mogelijke kracht den minister worde beduid dat het voor hier te veel is f3.60 voor den werkman. Het zou dan in plaats van volkswelvaart, volksverarming worden en daar ben ik tegen en ook de regee ring. Op grond dat de bouwvereeniging ver plicht is geweest de woningen op te slaan, stel ik voor bij den minister er met alle kracht op aan te dringen om ten mirste die 60 ets. er af te krijgen. Hoe ik ook sympathiseer met de ver betering van de volkshuisvesting, ik zou er nu tegen moeten zijn, dat wordt zoodoende volks verarming. Daar komt nog bij de heerschende malaise de boerenbonden zjjn erover doende eene loonsverlaging in te voeren en zou iemand uit de bouwvereeniging dan 2 dagen moeten werken voor zijn huishuur en er zjjn menschen in met acht kinderen, hoe kunnen die f3,60 opbrengen VOORZ. Uwe bezwaren heoben wij reeds meermalen bij den Minister geopperd de fout ligt niet aan de woningbouwvereeniging doch bij den minister die bepaald heeft dat de huur meer moet zijn. Dit is steeds eon tactische fout geweest, als de bouwvereenigingen iets minder luxe wilden bouwen, dan werden zij door andere autoriteiten gedwongen, duurder te b ruwen. Die autoriteiten hadden Bteods het oog op de groote steden en het platteland werd daarvan de dupe. Er is den minister meermalen op gewezen dat het hier is eene landbouwende bevolking en de hooge huren onmogelijk kuunen opgebracht worden. We zullen graag aan uwen wensch nogmaals gevolg geven om ons tot den minister te wenden en lagere huishuur te bedingen. dhr HER3ERS. Dat ministerieele voorschrift is dat ook van terugwerkende kracht op de reeds eerder gebouwde woningen of staat dat in de beleefdheid van do bouwvereeniging. De hoofdzaak van de verhooging van huur zit hem in de onderhoudskosten. Bij de verbetering moet 10

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1922 | | pagina 11