r w
-2-JUN.1S22
2
a 1
j o
te doen bouwen op dezelfden plaats waar
er mede bezig was, dien grond aan
den Openbaren dienst te onttrekken en
gratis over te dragen aan de Electrici-
leils-maatschappij, voor zoolang liet daar
iai zijn geplaatst als transformator-huisje
dhr. PEETERS. 't ls me gebleken dat
mijne houding in deze zaak den schijn gaf,
alsof ik zou willen ageeren tegen het be
leid van B. en W. Ik wil hier openlijk
verklaren dat ik daar niet aan gedacht
heb, dat is beneden mij. Doch mijn optre
den kwam voort uit de overtuiging dat
hel gebouwtje in den weg staat. En nu
hoor ik vanU, dat B. en W. de plaats daar
i.iet gevaarlijk achten. Dat komt me
vreemd voor. in de vorige vergadering
werd mijn voorstel met algemeene stem
men ook van de Wethouders, aangeno
men om te trachten het gebouwtje te
verplaatsen, omdat het gevaar oplevert,
ik zeg nog eens liet huisje kon op eene
betere plaats staan, üp andere plaatsen
staat het steeds achteraf en hier staat
hel op den publieken weg. Ik heb op die
nufjes zien staan.: „levensgevaarlijk.Ook
voor Kruisland geldt mijne aanmerking.
Ik ben niet deskundig doch meen dal
met een klein beetje goeden wil wel eené
goede plaats in de omgeving gevonden
zcu kunnen worden; ik wil hier zoo'n
plaats niet aanwijzen. Ik ga niet accoord
met liet voorstel, omdat ik de overtuiging
heb dat het gebouwtje daar- in den weg
staat.
dhr. VAN POORTVLIET, lil de vorige
vergadering heb ik erop gewezen dat het
Weeghuisje meer in den weg slaat dan
het Transformatorhuisje en dit houd ik
nog vol. Ik moet echter toestemmen dal
er misschien moeilijk eene betere plaals
kan gevonden worden. Dit neemt niet
weg, was er eene andere geschikte plaals
ean was het beter, want hu staat hel in
den weg. Ik leg me echter bij de meerder
heid neer, omdat er misschien moeielijk
eene betere plaats gevonden zal kunnen
worden.
dhr. BASELIER. Ik sympathiseer met
neide heeren. Ik ben juist de persoon in
dc Commissie, die mijn stem heb voorbe
houden uit overtuiging. Maar ik protes
teer legen de beschuldiging als zou ik vroe
ger ervoor en thans ertegen zijn. Ik heb
die zaak onderzocht. Dit kwam voor in
een groot notulenboek van 32 jaar terug
toen omtrent het- plaatsen van een weeg
huisje daar besloten is, maar dit was toen
J. Baselier en Co. Deslijds was ik geen
Steenbergenaar, maar Rotterdammer en
nu beschuldigt men mij dat ik er toen