97 -b-i^tJ^ 1 5. JAM 1921 de schoolgebouwen met tuin en onderwij zerswoning geschat op f .14000.Deze beslissing was den heer Matthijssen be kend doordat hij zelf in de vergadering tegenwoordig was, terwijl de voorzitter van het kerkbestuur door mij persoonlijk daar mede in kennis werd gesteld. dhr. VAN DE KAR vraagt den heer Matthijssen of mag worden aangenomen, dat wanneer de pastoor in zijn schrijven spreekt „namens het Kerkbestuur", liet kerkbestuur in zijn geheel ook van den in houd van dat schrijven kennis droeg. dhr. MATTHIJSSEN antwoordt dat zulks niet mag worden aangenomen, aangezien hem gebleken is dat de pastoor op eigen initiatief verschillende brieven heeft ge schreven, waarvan het kerkbestuur totaal onwetend is. De VOORZ. vraagt den heer Matthijssen of het kerkbestuur onwetend was van den inhoud van den brief van 5 Februari, dus of het kerkbestuur ervan afwist, dat de pastoor plannen koesterde om de openbare school vau de gemeente over te nemen. dhr. MATTHIJSSEN zegt dat toen het kerkbestuur nog niet op de hoogte was gesteld van de plannen van den pastoor. dhr. VAN DE KAR vraagt de raadsleden of zij, wanneer zij een dergelijken brief zouden hebben ontvangen, nog zouden hebben getwijfeld of die al of niet van 't kerkbestuur was Alle leden zijn eenparig van meening, dat ook zij een dusdanigen brief zouden beschouwen als een schrijven van 't kerk bestuur en niet van den pastoor persoonlijk. dhr. OVERDUIN is de meening thans toegedaan dat het Kerkbestuur niets afwist van de handelingen van den pastoor in deze zaakvolgens hem ook hebben B. en W. geen schuld dat zij in de meening heb ben verkeerd met 't Kerkbestuur te hebben onderhandeld. dhr. BASELIER wil het dagelijksch be stuur in dezen niet beschuldigen; wel had hij gaarne gezien, dat B. en W. voorzich tiger hadden gehandeld. De VOORZ. deelt een schrijven mede van den voorzitter van meergenoemd Kerk bestuur, dat dezerzijds de schoolgebouwen enz. waren getaxeerd op f 16000, terwijl nadien ontvangen werd een schrijven, ge dateerd 3 Maart 1020, waarbij werd bericht dat Z. D. H. de Bisschop van Breda slechts kon toestaan dat de school door het Kerk- 6

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1921 | | pagina 9