179
2.7. MEI1921
II
i 5 gegeven. Verder heb ik hen naar B, W.
verwezen.
dhr. HERBERS. Ik wil hieromtrent eene
vraag stellen. Moet er dan per sé op den
Grintweg gebouwd worden als de een of andere
eens wenschte te bouwen.
VOORZ. Dat is niet uoodig.
dhr. BOGERS. Ik wil erop wijzen dat de
woningnood zeer groot isik keu zeker 25
families die bij elkander inwonen door trou
wen komen er steeds nieuwe families bij en
wordt het tekort aan woningen steeds grooter.
Als er op 't oogeublik 50 nieuwe woningen bij
waren, waren ze direct alle bezet. De subsidie
van het rijk is te laag, misschien zal het die
hooger stellen dan f 4,000.en dan is er mis
schien meer kans dat door het particulier
initiatief gemakkelijker gebouwd zal .worden.
dhr. VAN DE KAR. Zou de heer Bogers
met het oog op den woningnood het gewenscht
achten dat er nog meer woningen bijgebouwd
worden, ook in verband met de financieele
kwestie voor de gemeente.
dhr. BOGERS. Ik geloof niet dat de ge
meente het bouwen mag tegenhoudende
woningnood is te groot. Als er uiet wordt bij
gebouwen zullen er toestanden geschapen
worden, waar men naderhand spijt van zal
hebben.
dhr. VAN DE KAR. Dunkt het u niet
mogelijk, als wij uiet bouwen dat een deel der
arbeiders zich zal verplaatsen.
dhr. BOGERS. Dit zou wel gaan, doch in
andere plaatsen is de nood even groot. Ik keu
enkele families die naar Rotterdam willen, doch
niet kunnen omdat daar heelemaal geen wo
ningen beschikbaar zijn.
Het verzoek van de R. K. Steeubergsche
Bouwvereeniging wordt hierna in omvraag
gebracht en met algemeene stemman aange
nomen.
7e. Verzoek van G. J. Koenraadt om hem
het bij raadsbesluit van 18 Juni 1917
verleende reeht van uitweg op liet
Doctorsdreefje niet te ontnemen
VOORZ. De heer Koenraadt heeft hiermede
abuis. Toen destijds de goederen van wijlen
den heer Bovee werden verkocht, werd door
den notaris aan Burg. en Weth. verzocht of zij
bij den Raad wilden bevorderen dat er toe
stemming gegeven werd tot uitwegen, als die
perceelen werden verkocht voor bouwterrein.
12