171
2 7 ME11921
dhr. HERBERS. Ik verlang uit te spreken.
Of hebt u liever dat ik alles in druk laat ver-
é?L*>-a-ri schijnen P
t VOORZ. Ik heb de leiding en zal die ook
handhaven.
dhr. HERBERS. Ik wil het hebben over
den burgemeester.
VOORZ. Als u het over mij wilt hebben,
gaat dan uw gana: maar en zeg maar wat u wilt.
dhr. HERBERS. De burgemeester heett
mij laten roepen en toen ik antwoordde op
enkele informaties heeft hij mij als een hond
de deur uit gejaagd uit zijn kamer. Denzelfden
d/ag heeft hij nog een handteekening zien te
krijgen van een jongetje, want ik noem die nog
maar zoo; de voorzitter is dus zelf begonnen.
Eu dan de Commissie van onderzoek, want dat
hoort hier bij mijn verdediging.
(De voorzitter klopt).
VOORZ. Als de heer Herbers doorgaat zal
ik de vergadering schorsen.
dhr. HERBERS. Asjeblieft, doch ik moet
me verdedigen, heel Steenbergen spreekt er
schande over; ik maak er een voorstel van dat
de raad me 5 minuten geeft om uit te spreken.
VOORZ. dhr. Herbers verzoekt den raad
door te mogen sprekenik laat het den raad
over en wil er zelf niet over beslissen.
Niemand verklaarde er zich tegen, zoodat
de heer Herbers verder kon gaan.
dhr HERBERS. Die Commissie van onder
zoek, die dwalende rechters, wat hebben ze
toch getobt; ik zag die dankbetuiging door
den heer Bogers aau den heer Adriaansen voor
zijn tactvol optreden en uitgebreid rapport
de heer Baselier sloot er zich bij aau en ook
nog de heer van Poortvliet. Zelfs Zondags had
die ambtenaar aan dat rapport gewerkt, aan
dien onzin, want ik noem het onzin, want zoo
gauw die protocollen in den Bosch aankwamen,
pakten ze ze aan en ze riekten zoo naar viezig
heid dat ze direct naar den snippermaud
werden verwezen. Den 17 Maart stond ik met
D. Franken te praten, ik moest op 't raadhuis
zijn en toen kwam de heer Jurgers daar aan
en ging lachende naar binnen om elf uur
kwam ik hem weer tegen en weer ging hij
lachende en mij tartende voorbij, doch toen
8 dagen later de heer v. d. Kar geschorst werd
en ik ook mijn vreugde daarover te kennen
gaf, dat mocht niet, neen, ik was de man. Die
menschen van de commissie van onderzoek
hebben getracht mij te verbannen.
(dhr. van de Kar verlaat de vergadering.)
4