g. APR. 1921 167
ik nu ook vertrouwen dat het werk goed ver
deeld wordt, onder de werkeloozen natuurlijk.
VOORZ* We krijgen geen klachten dat het
niet goed verdeeld wordt, alleen spijt het ons
dat we niet meer werk kunnen laten verrichten.
dhr. BASELIER. Voor de mannen die aan
de hoeken der straten staau, daar moeten we
een offertje voor brengen, als we werk heb
ben moeten we dat trachten tegen te gaau dat
staan aan de hoeken der straten. Als die men-
schen werk hebben is veel beter, ze hebben
dan zooveel tijd niet om te confereeren, ik
weet wel, we kunnen ze allemaal niet houden,
doch als' we werk vinden zullen we hen daar
een groote dienst mede bewijzen, ook op
moreel gebied.
dhr. VAN DE KAR. Misschien kan de
heer Baselier ons een wenk geven, als er wat
werk te vinden is.
VOORZ. Wij weten niets meer, ik kau
niets meer uitzoeken om werk te verschaffen.
dhr VAN DE KAR. Als de heer Baseher
soms werk weet, dat hij het ons dan aanwijst,
dhr, BASELIER. Ik zal. deze week eens
"Mets"' meer aan de orde zijnde slhit de
Voorz. de openbare vergadering en gaat de
Raad, op voorstel van den Voorz. in besloten
zitting over.
Vastgesteld in de openbare vergadering van
n
De Burgemeester,
De Secretaris.