94
1 5. JAN 192)
j recht hadden, iets omtrent deze onderhan-
delingen te vernemen. Waarom hiervan
A* a geene onmiddellijke mededeeling aan de
raadsleden gedaan, te meer toch daar B. en
W. zelf wisten dat de zaak niet in orde
was. Spreker komt er tegen op, dat ge
meend zou worden, dat hij opgehitst is door
couranten-geschrijf. Tegen deze vermoedens
moet hij protesteeren, daar al wat hij over
deze aangelegenheid heeft gezegd of zal
zeggen, uit eigen gevoel voorkomt. Alleen
betreurt hij het, dat op het enkele gezegde
van den heer Hageman, als zijnde de plan
nen van den architect Bennaars onuitvoer
baar, het voorgestelde overleg is afgebroken.
De heer Hageman was z. i. verplicht ge
weest de onderhandelingen met den heer
Bennaars te blijven voeren.
dhr. BOGERS zegt te hebben voorge
steld om beide architecten met elkander te
laten confereeren betreffende deze aange
legenheid. Op 7 December heeft hij ook de
verbouwing van de openbare school te
Kruisland gade geslagen, dhr. Baselier ver
geet mede te deelen, dat spreker hem zelf
bij die gelegenheid heef, medegedeeld, ver
nomen te hebben, dat Bennaars geweigerd
heeft met Hageman te confereeren en samen
te werken tot het maken van stukken, aan
gezien hij (Bennaars) in deze zaak niet
tegenover den opzichter Hageman wilde
komen te staan. In den breede is toen de
geheele zaak met dhr. Matthijssen besproken.
dhr. JOPPE is van meening dat èn de
heer Bogers èn dhr. Baselier op 't oogen-
blik op den verkeerden weg zijn. Hij stelt
voor deze zaak successievelijk af te han
delen en wel door de correspondentie stuk
voor stuk te laten voorlezen aan de hand
van het door B. en W. schriftelijk uitge-
gebracht rapport. Hij hoopt dat de heeren
bij het nemen hunner conclusies niet vitte
rig zullen zijn en wil eerst bespreking
houden dezer stukken. Hij vraagt het ge
voelen der heeren of de heer Matthijssen,
als zijnde belanghebbende in deze zaak. bij
de te nemen eindbeslissing zal moge mede
stemmen.
VOORZ. stelt voor thans geen beslissing
te nemen in deze zaak. Het doel van deze
vergadering toch is, dat in den breede het
geheele verloop zal worden besproken, zon
der eene definitieve beslissing te nemen.
Hij stelt verder voor om de leden geen geheim
houding van het gesprokene op te leggen:
de heer Matthijssen mag volgens de ge-
3