t i
0
16. MAART 19^1
C^Lo-ty
e. Rapport der commissie inzake ie^eringen
door het raadslid Herbers aan de gemeente.
VOORZ. Het rapport heeft voor dt hearen
raadsleden ter inzage gelegen; de commissie
heeft deze kwestie punctueel en onpartijdig
onderzocht en is tot de overtuiging gekomen
dat de heer Herbers aan de gemeente heeft ge -
leverd. Ook is uit het onderzoek geblekeu dat
de heer Herbers geleverd heeft voor den duiker
aan den DamFabrieksdijk, welk feit ook
door Burg. eu Weth. nog is onderzocht en is
ook hier gebleken dat de heer Herbers zich
schuldig gemaakt heeft aan overtreding van
art. 24 der Gemeentewet. De commissie ver-
eeuigt zich derhalve met het voorstel van Burg.
en Weth. tot schorsing van den heer Herbers
als raadslid.
De VOORZ. brengt dit voorstel tot schor
sing in omvraag. Het voorstel wordt met
algemeene stemmen aangenomen, zoodat de
heer Herbers dus geschorst is als lid van den
gemeenteraad.
VOORZ. We zullen dit besluit opzenden
naar HH. Ged. Staten ter verder onderzoek.
Tevens breng ik hier een woord van dank
aan de commissie voor haar moeilijk en on-
pleizierig werk, betreffende dit onderzoek en
spreek tevens de hoop uit dat we geen com
missie meer zullen behoeven om zoo'n geval
nog te onderzoeken.
VOORZ. Thans is aan de orde het rapport
der commissie inzake uitlatingen van den heer
Herbers betreffende de salaris commissie.
Dezelfde commissie heeft ook dit geval
onderzocht en neemt als conclusie: „a.i te
/keuren de handelingen van een raadslid, die
//lid zijnde eener raadscommissie, daaruit
//inededeeliog doet, om zoodoende den goeden
,/uaarn vau een ander commissielid te schaden,
/terwijl de leden zich vrijwillige geheim-
z/houding hebben opgelegd."
De VOORZ. stelt voor deze conclusie voor
kennisgeving aan te nemen, wat met algemeene
stemmen geschiedt.
dhr. BOGERS. Nu de kwestie van die twee
onderzoekeu is afgeloopen, wil ik hier een
woord van dank brengen aan den heer Adriaan-
sens, den secretaris der commissie. Was het
werk der commissie moeielijk, dat van den
secretaris was nog moeileijker. Ik verzoek
daarom den voorz. die dank aan den heer
Adriaansens over te brengen.
dhr. BASELIER. Die taak lag aan mij, ik
zal dit echter door laten gaan eu sluit mij aan
bij de woorden van den heer Bogers, ook
namens den heer van Poortvliet. De heer
Adriaansens verdient alle lof,zelfs de Zondagen
4