8 2 Ft 192I 1 9 f-v dat hijzelf geen cement in voorraad had, waar op di heer Herbers deze cement heett verkocht. Het zal wel geen betoog behoeven u nog verder de inconsequentie van de door Gram afgelegde verklaring met den inhoud van zijn aan den Raad gericht schrijven, duidelijk te maken. Tot slot wil ik echter nog aanhalen de laat ste alinea van het schrijven van Gram luidende ,/Het werk door mij voor de gemeente ge daan doe ik cadeau". De bedoeling van deze schenking kan van de zijde van Gram geen andere zijn dan den heer Herbers, wanneer deze door den Raad schuldig wordt bevonden van middellijke levering aan de gemeente, toch vrij te laten uitgaan. De gemeente-wet toch verbiedt de raads leden middellijke of onmiddellijke levering aan de gemeente, doch verbiedt geene schenking door de raadsleden aan de gemeente. De heer Gram, overtuigd zijude dat zijn betoog erg zwak staat en de schuld van Herbers in deze zaak min of meer erkennende, wil den heer Herbers vrij pleiten door het aanbieden van deze schenking. Aangezien eene schenking niet bestaat zoo lang de Raad een desbetreffend besluit tot aan neming der schenking niet heeft genomen en de goedkeuring van Gedeputeerde Staten op dit besluit niet is verkregen, kan er in deze hoegenaamd van eene schenkinggeen sprake zijn Verder heb ik den Raad hierbij over te leg gen het volgend ontwerp besluit De Raad der gemeente Steenbergen kennis genomen hebbende van de schriftelijke mededeeling van Burgemeester en Wethouders dato 24 Januari 1921, dat door het raadslid der gemeente Steenbergen, Christiaan Herbers, cement is geleverd aan den aannemer van een gemeentewerk gelet op de schriftelijke verklaring van Jan Pieter Gram, metselaar te Steenbergen dato 17 Januari 1921, waaruit blijkt, dat het cement door hem gebruikt bij het in orde breDgen van het door hem aangenomen gemeentewerk, aau het einde der Kaaistraat en der Markt, is ge leverd door Christiaan Herbers voornoemd gelet op 't door den Burgemeester van Steen bergen afgelegd ambtseedig procesverbaal dd. 17 Januari 1921, waaruit blijkt dat Gram voor noemd heeft verklaard, dat het raadslid Herbers wetende was dat de door hem aan Gram ge leverde cement bestemd was voor de uitvoering van een gemeentewerk waarvan Gram aan nemer was gelet op het later ingekomen schrijven dd. 24 Januari jl van J. Gram voornoemd waarin 6

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1921 | | pagina 40