123 c Woensdag 2 Februari 1921 Openbare Vergadering van den Gemeente-Raad Tegenwoordig de heeren H. P. M. van Elteu, burgemeester-voorzitterW. van de Kar en A, G. Moors, wethouders; A. G. Mat- thijssen, J. Verbeek, A. Overduin, W. A. Bogers, J. Ttieunisse, I. J. Joppe, J. C. Baze- lier, J. B. vau Poortvliet. Afwezig de heeren dr. J. A. van Loon, A. de Wit en Ctir. Berbers De VOORZITTER opent d vergadering. Na de vraag of een der leden aanmerking heeft op de hun thuis gezonden notulen, blijkt dat niemand aanmerkingen heeft, zoodat de notulen ongewijzigd worden goedgekeurd en vastgesteld. Het eerste punt der agenda is Ingekomen stukken. a. Voorstel van Burg. en Weth. tot schorsing van den heer Herbers (art. 24 der Gemeente-wet). Dit artikel luidt De leden van den Raad mogen in rechts gedingen, waarin de gemeente betrokken is, „niet als advocaat of procureur werkzaam «zijn i „bij het opnemen en goedkeuren der reke ning eener aan het gemeentebestuur onder geschikte inrichting, tot welker bestuur zij „behooren, niet tegenwoordig zijn „noch middelijk nog onmiddelijk deelnemen „aan onderhandsche pacht van gemeente- „goedereu of inkomsten aan leveringen of „aannemingen ten behoeve der gemeente, aan „het koopen van betwiste vorderingen ten „haren laste." Dit voorstel van Burg. en Weth. wordt door den Voorz. voorgelezen en luidt als volgt: Aan den Raad der Gemeente Steenbergen Het Gemeente Bestuur werd eenigen tijd geleden er op gewezen, dat voor werken ten behoeve van de gemeente materialen werden geleverd door een der Raadsleden. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken dat voor het in orde brengen der goot, aan het einde der Kaaistraat en der Markt, wo k werk ter uitvoering was opgedragen aan J Gram, alhier, materialen zijn geleverd door het raadslid Chr. Herbers. De heer Gram heeft dienaan gaande het volgende verklaard „Het cement door mij bij dit werk gebruikt, „is door mij gekocht bij Ch Herbers, alhier. „Ik heb den heer Herbers medegedeeld dat ik „deze cement noodig had voor het uitvoeren „van een werk aan de gemeente, en dat ik „zelf geen cement in voorraad had."

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1921 | | pagina 35