116
15. JAM. 19? I
Verschenen is verder de heer Q. C. A. de Roos
predikant der Hervormde gemeente Kruisland die
zegt geen direct bezwaar te hebben tegen de
voorgenomen opheffing der openbare school te
Kruisland. Echter stelt hij de vraag waar de kin
deren der Hervormde gemeente onderwijs zullen
moeten ontvangen
De Burgemeester meent dat dit bezwaar zou
kunnen worden ondervangen door die kinderen
van gemeentewege vrij vervoer te verstrekken
per stoomtram naar Steenbergen, opdat ze de
bijzondere school aldaar zouden kunnen bezoeken.
De heer de Roos meent dat het reizen per
tram voor kleine kinderen zonder begeleiding ge
vaar kan opleveren.
Bovendien moet hij als predikant er op wijzen
dat het schoolbezoek te Steenbergen zal be
vorderen dat zijne toch reeds kleine gemeente
daardoor zal worden geschaad, omdat de kin
deren dan onderwijs ontvangen en zich verder
ontwikkelen in de Steenbergsche gemeente.
Spreker geeft daarom in overweging dat over
eenkomstig art. 12 van het ontwerp onderwijs
wet zal worden bevorderd, dat voor de Her
vormde kinderen te Kruisland gelegenheid zal
worden gegeven tot het ontvangen van huis
onderwijs.
De Burgemeester zegt toe te zullen mede
werken dat aan de geopperde bezwaren zooveel
mogelijk zal worden tegemoetgekomen.
De heer de Roos zegt overtuigd te zijn dat
daardoor ook aan het verlangen der schriftelijke
appelanten zal worden voldaan.
Steenbergen, 14 Mei 1920.
Burg. en Weth. van Steenbergen
De Burgemeester,
H. VAN ETTEN
De Secretaris,
J. L. M. JURQERS.
Den I Juli 1920 had ten gemeentehuize alhier
een conferentie plaats tusschen B.&W., den Eerw.
heer de Roos, Predikant te Kruisland, en den
heer Verbeeten, schoolopziener.
Nadat de bezwaren van den Eerw. heer de Roos
waren besproken, zette de heer Verbeeten zijne
zienswijze in deze uiteen, deelde mede dat reeds
een paar raadsbesluiten houdende verkoop eener
openbare school de vereischte goedkeuring niet
hadden kunnen verkrijgen en adviseerde het
volgendede openbare school te Kruisland te ver
huren aan voornoemd kerkbestuur tot 1 Jan. '21
en daarna in gebruik te geven aan het R. K.
Kerkbestuur aldaar, doch, alvorens dit kon ge
schieden en het kerkbestuur de school als zoo
danig in gebruik mocht nemen moest de school
noodwendig worden verbouwd en in overeen
stemming worden gebracht met de bepalingen
der nieuwe onderwijswet en der Kon. besluiten
o. a. moest een lokaal worden bijgebouwd, de
ramen der lokalen moesten zakken tot 1.25 M„
de privaten waren niet in orde en behoorden te
worden verbouwd en wijl deze verbouwing was
eene noodverbouwing en wegens de omstandig
heden het geheel in orde brengen der school naar
het oordeel van den heer Verbeeten benoorde te
wachten totdat een gymnastieklokaal verplichtend
zou zijn, moest er rekening mede gehouden wor
den dat door deze noodverbouwing de gelegen
heid voor latere uitbreiding niet werd afgesneden.