89
Zaterdag 15 Januari 1921
Openbare Vergadering
van den Gemeente-Raad
Tegenwoordig de heeren H. P. M. van
Etten, burgemeester-voorzitter; A. G. Moors,
Wethouder; A. G. Matthijssen, J. Verbeek,
A. O verduin, W. A. Bogers, J. Theunisse,
I. J. Joppe, J. C. Baselier, Chr. Herbers en
J. A. van Poortvliet.
Afwezig de heeren W. van de Kar, Wet
houder; Dr. J. A. van Loon en A. de Wit.
De VOORZITTER opent de vergadering en
vraagt of een der leden aanmerking heeft op
de bij hen thuis gezonden notulen.
Niemand aanmerking hebbende, worden de
notulen ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld
De VOORZ. stelt nu namens Burg. en
Weth. voor de openbare vergadering te sluiten
om over te gaan tot bespreking van het puut
Verbouwing der school te Kruisland.
dhr. HERBERS acht het niet wenschelijk
dat deze zaak in besloten vergadering be-
'-ihandeld wordt, hij is in principe tegen de be
handeling in bisloten vergadering. Juist omdat
ook deze zaak te veel in besloten vergadering
is behandeld, is oorzaak dat het zoover is ge-
loopen; als er overleg gepleegd was, was het
niet zoover gekomen. Mijn beginsel is dat er
niet meer onder mekaar wordt besproken, doch
in het openbaar; het publiek, de belasting
betalers hebben daar recht op. Spreker
weuscht dan ook deze zaak in het openbaar
te behandelen.
dhr. BASELIER is het in dezen met den
heer Herbers eens. Er ziju al zooveel dingen
gebeurd, de gemoederen zijn zoo wakker ge
schud, er is al een open brief in de Courant
verschenen, waarom dan deze zaak in be
sloten vergadering te bespreken De men-
scheu zullen denken dat er iets behandeld
wordt dat zeker niet in den haak is. Als de
gemoederen niet zoo waren wakker geschud,
was het iets anders. In de vorige vergadering
heb ik nog gezegd dat ik den Pastoor wilde
redden en heb het geval naar een commissie
verwezen. Als ik toen gesteund was, was veel
voorkomen. Doch nu acht ik publieke be
spreking noodig, ook in het belang van Bur
gemeester en Wethouders. De menschen
weten dan waaraan en waaraf.
dhr. JOPPE. Ik beu er in het algemeen
voor om alle zaken zooveel mogelijk in het
openbaar te behandelen, doch als er persoon-