270 v^p f r<4l' t v Wat de heer Theunlssemededeelde weet ik al lang, doch 't gaat nu om de woningen niet onbewoonbaar te verklaren, doch ze te ver beteren. dhr. HERBERS, Ik zal hieraan niet veel toevoegen de heer Baselier heeft gelijk. Ook ik heb de woningen bezichtigd. Menschen met gezond verstand gaan zeggen Wat gaan ze nu weer doen Waar moet het toch heen. Nu is er weer een geval met de Wed. de Ron, die moest hare woning uit en en er zijn geene andere. Er zijn er veel te weinig. De eerste anderhalf jaar moet men de bedoelde woningen nog niet afkeuien. Er is een fout gemaakt. Ik stel voor de zaak te ren- voveeren naar Burgem. en Weth., en den gemeente-architect een onderzoek te laten instellen, een rapport te doen opmaken, wij als deskundigen in den Raad kunnen de huizen ook nog eens onderzoeken en dan het rapport van den gem. architect in den Raad brengen, ook wij zullen dan rapport uitbrengen. dhr. v. d. KAR zou de heeren Herbers en Baselier willen vragen of ze overtuigd zijn dat de woningen werkelijk bewoonbaar zijn; ik geloof dat ze zullen moeten zeggen dat ze zeer slecht zijn. De woningen brengen goede rente op, de bewoners klagen niet omdat ze geen andere woningen hebben. Als nu door dit besluit verkregen wordt, dat de eigenaar de woningen verbeterten de bewoners kunnen er later in terugkomen, zou dat dan niet nuttig zijn Voor de Bouwvereeuigiug is het voor- deelig zoo de woningen te verhuren. VOORZ. Alvorens de Gezondheidscommis sie de woningen onbewoonbaar verklaarde, is de eigenaar aangeschreven de woningen te ver beteren, waarvoor hem een termijn van 6 maanden werd gegeven. Vóór die aanschrijving door B, en W. zijn de woningen door den gemeente-architect onderzocht die tengevolge van dat onderzoek aan de grieven van de Gezondheidscommissie heeft geschrapt en bijgevoegd. De termijn van 6 maanden gegeven door B. en W. is toch lang genoeg, om verbe teringen aan te brengen. Als nu de bouwver- eeniging toch nalatig blijft is het den plicht van het gemeentebestuur kennis te geven aan de Gezondheidscommissie. Deze dient nu na onderzoek een voorstel in om de woningen onbewoonbaar te verklaren, ten einde den eigenaar te dwingen ze in orde maken. Ik acht het leven in dergelijke woningen niet geschikt en moeten ze noodzakelijk worden verbouwd. 9

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1921 | | pagina 182