9CR flfl. 'C^u^r Haie fce*->Z Ik Zon nem willeiH^'eu^ui'tspre^en, misschien kan dit invloed op de keuze uitoefenen. Ik stel daarom voor hiertoe in besloten vergade - ring over te gaan, dan kan de heer Baselier de heele geschiedenis vertellen. Dit voorstel wordt gesteund. dhr. HERbERS. Omtrent het voorstel van den heer Baselier, om de benoeming uit te stellen, begrijp ik dit allanghet komt in omvraag en dan zijn we het toch kwijl, dat is vast. Maar hoe komt het toch dat het hier al tijd eender is, 't is altijd een overrompeling. Met samenwerking van den heer Van de Kar had toch wel een tijdelijk wethouder kunnen benoemd worden, als hij maar eerder ontslag had genomen. Maar waarom doet hij dat niet Om zijn haat tot op 't laatst vol te kunnen houden en met zijn stem nog invloed te kun nen uitoefenen. De heer van de Kar is wet houder geworden op de schouders van de vrij zinnige stemmen, hij behoort niet meer tot de katholieke raadsfractie, hij is kleurloos. Ik betreur deze overrompeling, maar B. W. hebben al zooveel zaakjes onder elkaar gere geld VOORZ. Ik moet er tegen opkomen als zou hier overrompeld worden. Reeds 10 dagen te voren is deze vergadering uitgeschreven, er kan dus van overrompeling geen sprake ziju. Ik moet de wet handhaven die zegt dat binnen 14 dagen na de ontslagaanvrage eene benoe ming moet plaats hebben. dhr. v. d. KAR. Ik misgun den hr. Herbers het genoegen niet zijn gal tot op 't laatst nog eens tegen mij uit te spuwenik heb in dezen zoo correct mogelijk gehandeld, en heb mijn ontslag aangevraagd tegen den tijd dat ik werkelijk de gemeente ga verlaten. Ik had het later kunnen doen en nog kunnen tegenhouden, doch omdat ik wist dat ik na deze week hier niet veel meer zal vertoeven, achtte ik langer aanblijven niet in het belang der gemeente. Wanneer men eene convocatie 10 dagen voor de vergadering krijgt, terwijl 't lang genoeg bekend was dat de heer van de Kar de ge meente zou verlaten, dan kan men toch niet praten van overrompeling en dat er voor over leg plegen geen tijd was. Ik ben hier om mijn stem uit te brengen, dat is mijn recht en mijn plicht en ik zou me niet verantwoord achten thans niet tegenwoordig te zijn, of op reis te gaan. dhr. BASELIER. Ik wil er dit nog aan toevoegenik heb er thuis over zitten studee- 5 v'Ö f j H* >J 4. w \J U

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1921 | | pagina 178