29.0CI1921 7 3 i den zijn als de voorzitter me daarop kan antwoorden. dhr. HERBERS. Ik ben het eens met het gesprokene door den heer Baselier; ook ik heb het pand onderzocht. Bij mijn bezoek was het voor gesloten en kon ik achterlangs binnen. Er was niemand thuis dan een oude moeder en een klein meisje en als je dan zoo'n sukkel hoort klagen en je hoort praten over de schade, terwijl de menscheu er toch ook wonen om een cent te verdienen, dan kan ik niet begrijpen dat het dagel, bestuur zoo kan ziju we moeten toch iedereen helpen. Den 17 Mei hebben ze de aanvraag gedaan en nu na 5 maanden op de Jacobsladder gestaan te hebben, moeten de menscheu nog op de beslissing wachten'tis treurig dat een gewone werkman zoo lang moet wachteu. Zooals het geval zich hier voordoet,'t is vanouds een verloflokaal. Destijds bij de invoering van de wet is men uitgegaan van de gedachte om de outuchthuizen te weren doch niet zulke gevallen. De man heeft altijd- goed opgepast (nu eerst ken ik de bewoners), ze hebben gewerkt om een paar centjes over te houden en koopen nu zoo'n pand, met de bedoeling dat de vrouw erop thuis kan blijven en niet meer in 't land zal behoeven te werken en nu wordt het hun belet. Ik stel daarom voor de verordening in te trekken en den man zoo spoedig mogelijk verlof te geven. dhr. BOGERS. Ik zal niet ingaan op de woorden door de beide vorige «prekers, mijne meening is gedeeltelijk dezelfde. B. en W. hebben in dezen hun plicht gedaan en de ver ordening uitgevoerd. Maar hebben wij, toen wij het besluit nameu, om het verlof alleen te doen overgaan van vader op zoon, daaraan wel goed gedaan? Wij meenden als het verlof overging van vader op zoon dat dit billijk was en overigens dachten wij dat het goed was dat dergelijke lokalen zouden verdwijnen, dat was destijds de meeuing van den raad. Doch onwil lekeurig worden daardoor sommige onrecht vaardigheden over 't hoofd gezien. Als een vader een zoon nalaat die het pand laat ver- koopeu is dit voor den laatste een groot nadeel omdat het verlof van het pand afgaat. Thans doet zich in Kruisland zoo'n geval voor. Daar wordt door de wed. Vau Meer een pand te koop aaugeboden, doch als het verkocht is, is het verlof vervallen, waardoor natuurlijk veel minder geld ervan zal komen. Dergelijke over- wegingen hebben mij geleid tot de cuiiclusie te komen terug te keeren tot den vroegeren toestand om verlof te geven mits het pand vol-

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1921 | | pagina 144