?4
,r O SER 1921 -
dat de adressanten ook reeds bij de regeering
hebben aangeklopt, doch nog niets hebben
vernomen. Mocht dus bij het gemeentebestuur
om advies gevraagd worden hopen we dat dit
gunstig zal zijn. Wij gelooven echter dat er in
deze zaak iets tusschen zit.
VOORZ. Was het niet het beste als het
bestuur eens bij den Minister op audiëutie ging?
dhr. VAN BERGEN is het hier wel mee
eens en zal het in het bestuur voorstellen.
dhr. BASELIER. Naar aanleiding van het
gesprokene door den heer van Bergen wilde ik
dit opmerken. Het is u allen bekend dat ik
telkens gesprokeu heb om het initiatief van den
persoon te bevorderen en zoo miu mogelijk vau
de bouwvereeniging. Het persoonlijk initiatief
is het echte. De Minister wil de premiebouw
herstellen.
VOORZ. De Minister heeft de bouwver-
eenigingen zelf in 't leven geroepen denkt u
nu dat hij ze nü weer zal gaan tegenwerken?
Bovendien de premies zijn ingetrokken en
worden niet meer verleend.
dhr. BASELIER. Ik heb destijds op den
Grintweg de kazerne gebouwd en vroeg aan
de provincie om daarvoor de sloot te mogen
dempen, wat me werd toegestaan indien ik een
goot op eigen kosten legde. Dat heb ik gedaan,
ik heb geplaatst een steenen duiker, rioleering
gelegd, met hardsteenen band, rooster enz
alles op eigen kosten. Ieder die bouwt moet
een goot leggen. Toen was de uitwatering aan
beide kanten, doch nu slechts aan eeue zijde.
Destijds is tloor d<> R. K. bouwvereeniging
aangevraagd de sloot te dempen wat ook haar
werd toegestaan, mits er eene rioleering werd
gelegd. Die rioleering ligt nu tot aan de
huizen. Ik begrijp niet waarom de bouwver
eeniging die niet doorgelegd heeft, dat was ze
toch in geweten verplicht. Al het water moet
nu door den gemetselden duiker en door den
stinkput. Als de bouwvereeniging de riolee
ring niet doorlegt heeft het geen doel, want nu
heeft het water geen uitweg, 't Is nu toevallig
een drogen tijd, maar bij eventueele stortbuien
loopt alles over, alles zal verstoppen. Nog eens
ik begrijp niet, waarom de bouwvereeniging de
rioleering niet heeft doorgelegd.
dhr. BERBERS. Wat betreft de bouwver-
eeuiging, hierin heeft slechts ééu man de keunis,
de rest van het bestuur zijn leeken en als nu
een raadslid iets daaromtrent zegt, of wenken
geeft, en aanmerkingen maakt als er iets niet
in den haak is, dan vind ik het treurig dat dat
niet wordt onderzocht en er geen rapport van
10