100
1 5. JAN 1921
den Districts-schoolopziener. Door ons col-
- T-* 'eSe 's 'n deze zaak de grootst mogelijke
spoed betracht teneinde geen gevaar te
loopen de 25 pCt. rijksbijdrage te ver
liezen.
Na de aanbesteding is de pastoor bij mij
gekomen en drong er op aan de open
bare school over te nemen. Aan hem is
toen mede gedeeld, dat de openbare school
te Kruisland aan het R. K. Kerkbestuur
zou worden overgegeven, zoodra de ver
bouwing voltooid was. Ook aan den pas
toor zijn de redenen opgegeven waarom
de overdracht, waartoe reeds definitief be
sloten was, nog niet kon geschieden.
Spreker deelt verder mede dat het de
ingezetenen juist andersom wordt voorr
gesteld in de open brief van het R. K.
kerkbestuur, verschenen in de bladen.
dhr. VAN DE KAR vervolgt, dat in de
courant de 'zaak juist andersom wordt
voorgesteld. Daar toch wordt B. en W.
verweten dat zij de overgave der school
op de lange baan hebben geschoven en
wordt aan hun adres alle schuld geweten.
Spr. vervolgt, dat niet de schuld bij het
college van B. en W. berust, doch uit
sluitend en alleen de pastoor van Kruis
land schuld heeft. Hij betreurt het. dat de
pastoor in dezen niet het minste blijk ge
geven heeft van zijn verlangen om mede
te werken.
dhr. VAN POORTVLIET vraagt waaruit
de pastoor de gegevens in zijn open brief
put
dhr. .10PPE wijst er op thans niet van
de zaak af te dwalen. Spr. wil in deze
zaak een besluit zien van den raad nl. of
B. en W. al of niet goed hebben gehan
deld. Daaarom wil hij bij de zaak blijven.
Spreker vraagt aan den heer Matthijssen
of hij in deze zaak thans niets heeft mede
te deelen.
dhr. MATTHIJSSEN antwoordt hierop,
dat hij in de vorige raadsvergaderingen
meermalen gevraagd heeft naar het ander
plan. Eerst nu is hem duidelijk, dat toen
steeds gezegd werd dat met zijn plan geen
rekening kon worden gehouden. Spreker
wist toen niet dat in deze zaak de grootst
mogelijke spoed geëischt werd om de 25
pCt. rijksbijdrage niet te verliezen.
dhr." VAN DE KAR deelt mede. dat de
verbouwing van de school juist geschiedde
in het belang van het Kerkbestuur, aange-
9