It
3. DEC. 1920 6 1
Voorz. Die palen zijn sinds reeds tweemaal in
orde gebraeht.
dhr. Berbers Er is totaal nog niets aan ge
daan. Dan zegt de Voorzitter dat we een manie
hebben gekregen van be/.uiniging neen tooh
niet, doch ik zie de reactie. In Amerika gaat
reeds alles terug en voorzie ik dat aanstaande
jaar we alles voor de helft van het geld zullen
kunnen doen. We moeten uitstellen tot alles
veel minder is, dan kan ook de Hoofdelijke Om
slag lager zijn en moeten we nu alle dergelijke
posten schrappen.
dhr, v. d. Kar Burg. Weth. hebben met
zeer veel overleg die posten op de begrooting ge
zet. Het is noodzakelijk dat in 1921 de Stoof-
dijk en de kleine Kerkstraat verbeterd wordt
die toestand kan zoo niet gehandhaafd blijven.
Ook de trottoirs dienen aangelegd te worden,
iedereen hebben we erover hooren roepen dat
het mooi en nuttig is. We hebben gemeend in
1921 veel te moeten uitvoeren, omdat we denken
dat er voor dan nog geen bezwaren bestaan voor
eene hoogere belasting. Voor 1922 en 1923 zijn
grootej uitgaven te wachten en zullen we dan
blij zijn in 1921 de voorgestelde werken te heb
ben uitgevoerd. Als we denken aan de offers die
ons nog te wachten staan, als schoolbouw enz.
enz. dan zullen we zeggen, gelukkig dat we die
uitgaven in 1921 godaau hebben
dhr Baselier komt er tegen op alsof hij steeds
critiek uitoefende. Ik heb nooit anders gedaan
dan gewezen op kleine noodige reparatiün. Jaren
achtereen heb ik gewezen op verbetering van
goten en nooit is er iets aan gedaan. Ik ben zeil
40 jaar in het bouwvak geweest en als men dan
moet zien dat dergelijke kleine verbeteringen
worden verwaarloosd, dan moeten daar later
grootere kosten op volgen. Toen de trottoir
banden waren aangekomen heb ik u gezegd
„als ik u was zou ik nog 3 jaar uitstellen". Eerst
was ik zelf voorstander, doch thans niet meer.
Ik heb u gevraagd of u van alle bewoners toe
zegging had dat ze de stoepen zouden afstaan.
U hebt daarop bevestigend geantwoord en wat
blijkt nu Do familie Verbeek, Ciarijs en Joppe
hebben het niet gedaan, we hebben daar niets
van geweten en toch is er mee doorgegaan. Is
dat dan critiek Door den Raad was vastgesteld
dat er aan de Kade drie sterfputten zouden
moeten komen, dan moeten B. W. met den
opzichter dat getal niet op 1 brengen. Ik heb
daaromtrent destijds getracht u op te zoeken bij
Kostormans, u was er niet
Voorz. Blijft u asjeblieft bij het onderwerp,
dhr. Baselier. U hebt mij aangevallen, dus ik
moet me verdedigen. Ik heb mijn zoon u toen
een briefje 'aten brengen, hem zeggende, zend
maar een telegram naar Fijnaart (waar ik toen
was) doch ik kreeg erop geen ja of neen. Als men
de gemeentewet inziet, staat erin wat een burge
meester tegenover een raadslid verplicht is en
nu zegt u dat ik heel het jaar critiek heb ge
geven. Later kwam er notabene één sterfput
12