3.DEC:19?r 8 0. men weet niet waarvan en welke de cijfers lij i, men onmogelijk een oordeel kan vellen. dhr. BASELIER is het hiermede wel eens doch hij meende dat het niet noodig was zijne aanteekeningen mede te moeten brengen. dhr. BOGERS. Als rapporteur heb ik ook meegewerkt aan de begrootingen heb dus ook geen aanmerkingen. Dat de zuinigheid be tracht moet worden, daarmede ben ik het vol komen eens, doch al wat we nu schrappen komt het volgend jaar dubbel. dhr. THEUNISSE. Onder hoofdstuk 6, art. 8 wordt genoemd „onderhoud klokken" f 100. Ik wilde opmerken dat het uurwerk te Kruisland goed gaat doch de wijzers vergaan niet. Spr. brengt dit onder de aandacht van B. en W. VOORZ. We zullen die klok in orde laten maken. De VOORZ. vervolgtIk moet tot mijn verwondering zeggen dat de heeren Herbers en Baselier een manie hebben gokregen om alles te verminderen, terwijl juist het geheele jaar door van die zijde aaumerkiugen en critiek komen, dat aan /openbare werken" te weinig wordt besteed. Nu hebben B, en W. een programma opgemaakt, we hebben er opgezet wat uoodig is, we hebben rioleering geschrapt vanwege de hooge kosten en nu we de begroo ting zoo zuinig mogelijk hebben opgemaakt, nu doet het ons onaangenaam aan, juist van die zijde, vanwaar we heel het jaar critiek krijgen dat we te weinig besteden, nu critiek moeten hooren, dat we te veel uitgeven. Als we op de memorie van toelichting de voorgestelde ver beteringen nagaan, dan zullen de heeren het met ons eens zijn, dat die hard noodig zijn. De som van f 6000 voor den Stoofdijk wordt te hoog geacht, doch verbetering is hard noodig. Verschillende straten, zooals Beerenstraat, Biauwstraat en Kleine Kerkstraat zijn zeer slecht, het zijn niets dan slechte keien. Nog eens hel doet ons onaangenaam aan, critiek te moeten hooren, nu wij voorstellen dringende verbeteringen aan te brengen. dhr Herbers Tot mijn verwondering hoor ik u zeggen dat ik ook critiek heb uitgeoefend dat er aan openbare werken te weinig is gedaan welke critiek is dat Als de menschen met klachten bij me komen, dan ben ik ve plicht hier te spreken Omtrent het verbeteren van eenige meerpalen aan de Kad meende ik eerst dat het niet noodig was hier in den Raad over te spreken doch deelde het mede aanden heer Hageman. Ik kreeg daarvan geen correct antwoord en zei bij dat Roeien daarvoor moest zorgen. Zijn dat kosten 't Doch op het oogenblik is het rog niet gebeurd. U

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1920 | | pagina 61