46 13. NOV 1920 dhr. HERBERS. Ik geloof dat, dit wensche— lijk ia. Eu wat is er besloten omtrent de con cessie aan de tram VOORZ. Die concessie loopt af 81 Decem ber 1931. We zulllen trachten de tram zoo lang mogelijk te honden. dhr. BASELIER kan zich bij het gespro kene door den heer Herbers aansluiten aan gaande de tramconcessie en ook betreffende de kwestie van het water dat verontreinigd wordt. VOORZ. Gaat met uwe bezwaren naar het Waterschap. dhr. BASELIER. De schotten buiten de Ligne, werden die vroeger niet onderhouden door de gemeente P VOORZ. Jawel, doch toen behoorden ze ook in onderhoud bij de gemeente en thaus niet meer. dhr. BASELIER. De ijzeren platen aan de Markt over de goot zijn zoo gezakt dat het als het ware een goot is geworden. Kunnen die platen niet gelicht worden VOORZ. Ik vrees dat daarin niet eerder eene goede verbetering zal aangebracht kunnen worden, dan bij de rioleering. We willen het wel doen, doch als de rioleering wordt aange pakt moeten we het weer afbreken. Die riolee ring kan lang duren en 't kan ook gauw zijn dat die bij raadsbesluit wordt goedgekeurd en dan is al 't werk weer nutteloos. dhr. BASELIER. Dat werk is niet nutte loos 't kost geen geld, doch als er iemand de beeuen over zou breken kost 't wel geld; 't is een kleinigheid om dat te verbeteren. Als er zuinigheid betracht moet worden dan had men beter kunnen wachten met het aanleggen van trottoirs; want toen ik destijds vroeg of alle bewouers van die straten toestemming hadden gegeven om de stoepen op te ruimen, werd mij bevestigend geantwoord en nu blijkt dat de stoepen nog gebleven zijn bij de familie Ver beek, familie Clarijs en den heer Joppe; 't is dus nog half werk en had men beter die kosten kunnen besparen maar dat dergelijke stink- golen worden opgeruimd, daar blijf ik bij. Waarom blijft dat achterwege? dhr. HERBERS. We moeten zorgen voor de openbare veiligheid en zou ik B. en W. willen vragen om te onderzoeken op wat manier het best die goten in orde te maken zijn. VOORZ. We zullen het onderzoeken, dhr. VAN POORTVLIET. Omtrent die vuil watergeschiedenis zegt u dat 't waterschap aansprakelijk is. Doch als dit zich er eens niets van aantrok, wat dan, terwijl het toch van belang is er zich iets van aan te trekken. 11

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1920 | | pagina 47