1 S.0C1. 1901) Alle raadsleden hebben toch hetzelfde recht wie het ook voorstelt, 't Spijt me, dat ik den heer Moors moet noemen; ik heb niets tegen den heer Moors, contra, doch deze zal het wel met mij eens zijn. dhr HERBERS tot den Voorzitter: U zegt dat n op mijne insinuaties niet wilt ingaan. Doch als men over een rechtvaardige zaak spreekt, waarom dan enkele dingen uit zoo'n rapport uit te laten, dat is niet in den haak en nu is het weg; is het soms verdonkeremaand? dhr BOGERS. Ik ben een paar maal voor de huurcommissie geweest, en worden de partijen om beurten toegelaten. De overigen moeten dan in de vestibule wachten Zou het niet mogelijk zijn in het vervolg bij vergade ringen der huurcommissie een bank in de vestibule te plaatsen? VOORZ. We zullen hiervoor zorg dragen, dhr BASELIER. Met het gesprokene door den heer Bogers ga ik accoord. Ik wil verder spreken; al meermalen heb ik met den voor zitter der huutcommissie er over gesproken dat er misstanden bestaan. De commissie is in 't leven geroepen om te waken tegen op- drijverij der huur, en ze moet ook erkend worden. Er worden echter zooveel woningen verhuurd zonder voorkennis der huurcommissie, is daar geen doen aan om dat te voorkomen Als het bij de eene lukt, gaat een volgenden keer ook een ander goedgezinde het probeeren. Wie is op 't laatst de schuldige Ik heb het al eens legen den voorzitter van den Raad gezegd, doch die verwijst mij naar de huur commissie. Ik kan toch die overtreders niet gaan verraden, ofschoon ik niet met hen accoord kan gaan. Ze moeten de huurcommissie erkennen. Ik ben zelf verhuurder en wil wel profiteeren, doch ik wil ook het recht erkennen. VOORZ. 't Is toch in het belang der huur ders zelf dat ze in zoo'n geval mededeeling doen aan de huurcommissie. dhr. BASELIER. Dat durven ze nietze denken als ik den verhuurder ga aanklagen, zal hij trachten mij eruit te krijgen. Als een verhuurder bij de huurcommissie om verhoo ging vraagt en de uitspraak is niet naar zijn zin, kan hij verzet aanvragen ik zelf heb dit ook tweemaal gedaan en het gewonnen, doch de huurcommissie moet in rechten erkend worden. VOORZ. Daar kunnen wij niets aan doen. dhr. OVERDUIN zegt, dat zoover hij weet bij de huurcommissie hieromtrent nooit klach ten zijn ingekomen in groote plaatsen heeft men nog sleutelgeld, en dat wordt hier nooit toegepast. Ik geloof wel dat er hier verhuur ders zijn die het doen zonder voorkennis der 10

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1920 | | pagina 33