Stoon'borgon, 21 September 1920."
Openbare vergadering
van den Gemeenteraad
Tegenwoordig de heeren H. P. M. van Etten,
burgemeesterW. van de Kar en A. Moors,
wethouders; A. G. Matthijssen, J. Verbeek,
A. Overduin, W. A. Bogers, J. Theunisse, 3.
B. van Poortvliet, J. C. Baselier, Chr. Herbers
en A. de Wit.
Atwezig de heeren dr. J. A. van Loon en
I. J. Joppe.
De VOORZ. opent de vergadering.
Aangezien alle raadsleden de notulen der
vorige vergadering in druk hebben thuis ge
kregen, acht de VOORZ. het niet noodig
deze nog te doeu voorlezen en vraagt hij of een
der leden aanmerkingen erop heeft.
Wijl niemand aanmerkingen heeft, worden
deze notulen ongewijzigd goedgekeurd en
vastgesteld.
1. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van P. A. Raats, bouwkundige
inhoudende het verzoek hem een stukje grond,
ter grootte van circa drie a vier honderd vierk.
Meter, gelegen aan den West Havendijk te
Steenbergen, te verkoopen of in erfpacht af te
staan. De bedoeling is dat terrein voor eenig
industrieel doeleinde te benutten.
De VOORZ. stelt voor dit verzoek te ren-
voyeeren naar B. en W. voor prae-advies, daar
het gemeentebestuur nog geen gelegenheid
heeft gehad hieromtrent advies te geven.
Wordt aldus besloten.
b. Verzoek van den ZEerw. heer B. Smoor,
pastoor te Heen, om op de aanstaande ontwerp-
gemeentebegrooting de subsidie voor de Be
waarschool te Heen, die de laatste jaren
honderd gulden bedroeg, te willen brengen op
tweehonderd gulden. Wordt deze aangevraag
de verhooging toegekend, dan is het geldelijk
beheer van de bewaarschool toch nog altijd zoo,
dat het gebruik, de verwarming, de inrichting
en het onderhoud van het schoollokaal nog
grootendeels voor rekening blijft van het
Kerkbestuur.
Nog was ingekomen een later schrijven van
den ZEerw. heer Smoor, waarin deze mede
deelt, dat de bewaarschoolhoudster onver
wacht ontslag genomen heeft.
VOORZ. Burg. en Weth. stellen voor dit
verzoek aan te houden tot bij de behandeling
der gemeentebegrooting.
Wordt aldus besloten.
c. Eerste suppletoir Kohier der Honden
belasting.
7 Dit Kohier wordt vastgesteld tot een bedrag
van f 59.50, en zal aan Heeren Gedeputeerde
Staten ter goedkeuring worden opgezonden.