21. AUG. 1920 1 3
13
zoek van de navorderingen. De kleinigheid van
f 165 voor naamborden moet wachten tot de
begrooting 1921. En als men mij gesteund had
met de navordering had men een reuzenkapitaal
binnen kunnen krijgen Bij onze zusterbuen is
de navordering geïnd vauaf 1915, doch Baselior
wordt niet gesteund. Waar blijft toch het recht
om te werken in het belang der gemeenschap
Er is pas gezegd dat er eene begrooting zou
gemaakt worden voor de verbetering van de
heul bij den heer Moors, ik heb er niets van
gezien en nu in eens lees ik er de besteding van.
Maar de naamplaten, waar ik al twee jaar om
gevraagd heb worden nu weer uitgesteld tot de
begrooting 1921. Ik heb gesproken over het
gotennet, doch er is niets aan gebeurd.
Ziedaar, ik begrijp de raadsleden niet dat ze
mij niet steunen, en betreffende de navordering
komt het niet uit zooals de Voorzitter en de
heer Bogers meedeelden. Dan moet ik nog
spreken over de distributie. De heer Herbers
zeide in de laatste vergadering dat daarin zwen
del is gebeurd. De mogelijkheid is niet uitge
sloten dat de heer Herbers zoodanige gegevens
heeft, dat hij gelijk heeft Dat ik aan dien z ven
del niet heb raedegeholpen, daarvan is ieder
overtuigd, contra, ik heb steeds gepoogd eene
vaste commissie van onderzoek in te stellen,
doch neen, dat mooht niet, het Dagelijksch
bestuur kon alles alleen. Wat hob ik niet op
touw moeten zetten destijds met dat kalf te
Kruisland, dat den put in is gegaan, in den tijd
dat de mensohen naar vleesch snakten. Doordat
en eene commissie van onderzoek werd ingesteld
kwam de zaak uit zooals ze werkelijk was En
wat gebeurde kort daarop Het hoofd van de
distributie werd in Balaris met f500.verhoogd
en geen enkel raadslid was er teg n Toen ik
vroeg of men tevreden was over den directeur,
was er weer geen enkel raadslid die or iets tegen
zei Nu wil ik vragen, wat is er nog over van de
distributie. Er moet, zooals ik hoor, nog zeep
zijn Waarom die niet verkocht aan de kleine
winkeliers Als ik hier niet gezeten had zou die
zeep het monopolie geworden zijn van eenige
groote winkeliers. Hoe heb ik niet gezorgd dat
die bekende zaak met bon 95 in orde kwam
Doch toch kreeg ik nooit steun
dhr. BOGERS Ik wil den heer Baselier ant
woorden voor het geen mij aangaat. Vanaf den
tijd dat de heer Baselier zitting heeft, heeft hij
gesproken over navordering. Destijds heb ik ge-
antwoord dat wjj daartoe niet het recht hadden,
omdat onze verordering geene bepaling daarom
trent inhield. Eindelijk is het vroeger raadslid,
de heer van Here' met een voorstel gekomen
om de verordening te wijzigen, meerdere kinder
aftrek toe te staan, progressie en navordering in
te voeren. Daarvoor is'eene commissie ingesteld
waarvan ik ook lid was en eerst dit jaar hebben
wij recht gekregen op navordering.
dhr. BASELIER is het met den heer Bogers
niet eens. We zitten bier als collega's te pleiten
en ik werd niet gesteund. Die verordening was
er niet, maar was ze dan niet te maken