- 3 - De voorzitter zegt tot de heer van Hoof dat uit het voorstel geproefd kan worden dat scherpe onderhandelingen zijn gevoerd met de Provinciale Directie Volkshuisvesting, Op het voorstel van de heer van Hoof om de reserves gelijkelijk te verdelen over alle bouwgrondkavels antwoordt de voorzitter dat de prijzen voor de sociale woningbouw en de premie-woningbouw voor de provinciale directie ruimschoots acceptabel waren doch dat de prijzen voor de vrije sector naar de mening van de provinciale directie nogal hoog wareneen mening die ook de voorzitter zegt te onderschrijven. Hij zegt te blijven hopen dat de bouwactiviteiten in de vrije sector weer toe zullen nemen, vooral met aan vaardbare bouwgrondprijzen. Het College handhaaft het voorstel, aldus de voorzitter Tot de heer Kokke zegt de voorzitter weinig verschil te zien of de prijs tot op de cent wordt berekend of dat de prijs wordt afgerond op hele guldens naar boven. Het zal uiteraard wel een voordeeltje voor de gemeente opleveren. Hij vindt het een juiste zaak dat Standdaarbuiten niet meer ontvangt voor de bouwgrond dan nodig is om de exploitatie sluitend te krijgen. Hij dankt de heren Koevoets en Veeke voor hun waarderende woorden. In tweede instantie zegt de heer Kokke wel accoord te kunnen gaan met het voorstel zonde: dat de prijzen worden afgerond. Al zou het een reserve kunnen worden voor onverwachte tegenvallers, aldus de heer Kokke. De heer van Hoof zegt dat ondanks het feit dat de provinciale directie accoord kon gaan met de bouwgrondprijzen van kavels bestemd voor de sociale woningbouw er toch ook •n taak ligt van het gemeentebestuur om de bouwgrondprijs voor deze kavels zo laag igelijk te houden. Hij vindt het niet redelijk dat de bouwgrondprijzen voor sociale woningbouw in Oost II aanmerkelijk hoger liggen dan in Oost I. Hij vraagt wat voor prijs er gevraagd wordt als kopers zich aanmelden voor een der onverkochte percelen bouwgrond in Oost nu de boekwaarde van deze grond nihil is. Hij zegt weinig steun bij zijn collega-raadsleden te hebben ondervonden voor zijn eerste voorstel dat hij bij deze intrekt. Hij doet een tweede voorstel t.w. de reserves uit de bestemmingsplannen Oost I en De Hoop ad 90.000,00 aan te wenden om de m2 prijs van alle bouwgrond gelijkelijk te verlagen. Hij zegt dit temeer reëel te vinden daar dan bereikt kan worden dat de bouwgrondprijzen in Oost II op nagenoeg dezelfde hoogte komen dan de bouwgrondprijzen in bestemmingsplan Oost I. Bij dit voorstel komen de prijzen op respectievelijk 71,99, 82,09 en 95,22 per m2. De voorzitter antwoordt de heer van Hoof dat ondanks de afboeking van de boekwaarde van de onverkochte percelen bouwgrond in Oost I en De Hoop de door de Raad vastgestelde bouwgrondprijs zal moeten worden gerekend en dit eerst middels een raadsbesluit ge wijzigd kan worden. Het tweede voorstel van de heer van Hoof schiet naar de mening van de voorzitter eveneens het doel voorbij. De prijzen in het raadsvoorstel zijn aanvaard baar naar zijn mening en die van de provinciale directie. Het College handhaaft dan ook v/ederom haar voorstel •voorzitter voegt er neg aan toe dat deze prijzen geen enkele belemmering vormen voor ciale- en premie-woningbouw. De heer van Hoof zegt te verwachten dat alle thans braakliggende percelen in Oost I onverkocht zullen blijven nu de bouwgrondprijs voor kavels in de vrije sector in Oost II goedkoper is dan in Oost I. De voorzitter zegt dat het juist is dat de bouwgrondprijs voor deze kavels in Oost I hoger is dan in Oost II. Hij voegt hier aan toe dat de kavels in Oost I aantrekkelijker zijn dan in Oost II omdat daar noodzakelijk verdichting van de kavels moest werden toegepast. Hij verwacht dan ook niet dat iedereen voorkeur zal geven aan vrije sector kavels in Oost II. Zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen onder de vermelding dat de heer van Hoof geacht wordt te hebben tegengestemd. 9, Vaststelling van een rampenplan voor de gemeente Standdaarbuiten. De heer Veeke zegt uit het concept-plan te hebben begrepen, dat de uitvoering van eer dergelijk plan vrij ingewikkeld is. Hij zegt dat de noodzakelijkheid van een dergelijk plan in de praktijk reeds op diverse plaatsen is gebleken. Hij spreekt de hoop uit dar het plan nooit uitgevoerd behoeft te worden. De voorzitter zegt dat het plan op iedere minuut van de dag bekend moet zijn bij hemzelf de secretaris en de hoofd-ambtenaren als zijnde degenen die de eerste stappen moeten zetten bij calamiteiten zodat er geen verwarring kan ontstaan over de vraag wie wat moet doen. De heer

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1983 | | pagina 69