Het is nu nog niet mogelijk prioriteiten te stellen vóór bekend is wat ons te wachten
staat. Met deze gang van zaken heeft hij problemen daar de gemeente zich nu nog niet
moet binden.
De voorzitter memoreert het verzoek van het bestuur. De daadwerkelijke aanwending
van de gelden behoort steeds door de Raad te gebeuren. Als zekerheid geldt dat het
bedrag in het fonds moet worden besteed binnen het bibliotheekwerk.
De heer van Hoof zegt juist met die binding moeite te hebben. Er komen weer nieuwe
bezuinigingen aan. Hij vindt dat nu nog geen prioriteiten gesteld moeten worden.
De voorzitter zegt moeite te hebben met de term 'prioriteiten stellen". Er kunnen
zich 2 soorten problemen voordoen n.l. de begroting van de bibliotheek kan tegenvallen
en de rijksbijdrage kan tegenvallen. Het is zelfs mogelijk dat bij een gelijkblijvend
beleid van het bibliotheekbestuur het nadelig saldo steeds groter kan worden. Hiervoor
nu is het vereveningsfonds bedoeld.
De heer Leerentveld zegt dat een eventuele aanwending van gelden uit het fonds eerst
in de raad komt. Dit vindt hij een belangrijke zaak. De bibliotheek is een belangrijke
voorziening. Als het nu voorgestelde bedrag terugvloeit naar de saldi-reserve heeft de
raad daar geen zeggenschap meer over. Indien het bedrag binnen het bibliotheekwerk
blijft heeft spreker geen bezwaar tegen het voorstel. Wel zegt hij bang te zijn dat,
door het nemen van dit besluit precedenten worden geschapen t.o.v. andere subsidie
aanvragen in de toekomst.
De voorzitter antwoordt dat dit besluit geldt voor de bibliotheek voor één jaar
Het bibliotheekbestuur moet steeds onder hoge druk werken. Het zwaard van Damocles
hangt hun steeds boven het hoofd. Dit werkt niet plezierig. Het voorgestelde besluit
moet dan ook worden gezien als een douceurtje.
De heer Koevoets zegt dat de begrotingen van de bibliotheek in het verleden steeds
zijn goedgekeurd. Het voorstel moet dan ook worden gezien als een beloning van het
College aan het bestuur van de bibliotheek voor het goede werk wat verricht is.
De heer Veeke zegt dat hij bij het zien van het voorstel in eerste instantie heeft
gedacht aan Sinterklaas spelen door het College. Hij gaat met het voorstel akkoord
maar verwacht dat hetigelö uit het verweningsfonds met Sinterklaas weer ncdig zal zijn
De heer van Hoof zegt bij de behandeling van de begroting van de bibliotheek te hebben
gewezen op aanpassing van de tarieven. Hieraan heeft het bestuur voldaan waarvoor hij
respect heeft.
Zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming wcrdt het voorstel vervolgens aange
nomen
12. Verstrekking nadere informatie met betrekking tot verbetering van de Molendijk.
De voorzitter memoreert dat enkele jaren geleden de Molendijk is overgenomen van de
provincie met een financiële regeling die er aardig uitzag. Hij spreekt hierover zijn
lof uit voor het toenmalige College. Daarna is er enkele jaren niets aan de Molendijk
gedaan. Eerst zouden de bomen langs de Molendijk gerooid worden, waarna het onderhoud
van de weg aan de orde zou komen. Toen dit algemeen bekend werd is er door vier ver
schillende aannemers spontaan een offerte uitgebracht voor de verbetering van het weg
dek. Doordat er in deze offertes onderling nogal wat verschillende interpretaties
bleken te zitten in bijv. de toe te passen dikte van het asfalt ging het College
twijfelen. Wel was het duidelijk dat het niet alleen ging om het aanbrengen van een
slijtlaag. Bij nadere informatie bleek dat er op deze werkzaamheden een subsidie
regeling van toepassing was. Uit gesprekken werd duidelijk dat subsidie mogelijk was,
indien aangetoond werd dat de weg meer nodig zou hebben dan alleen maar een slijtlaag.
Dit moest echter wel aangetoond worden d.m.v. goede, gedegen, rapportage.
De Grontmij heeft inmiddels een dergelijk rapport opgesteld. Een onderzoek werd inge
steld met behulp van een zgn. dynaftect.
Hieruit blijkt dat:
- de bovenlaag dun en slecht is
- de onderlaag dun is en
- onder de onderlaag zich klei bevindt. Dit laatste is slecht voor het wegdek tenzij
dit wegdek hoog ligt en de afwatering goed gelegd is. De kleilaag mag n.l. volstrekt
niet nat worden
- De -