GEMEENTE STANDDAARBUITEN
II 1 September 1983.
Notulen van de openbare vergadering van de Raad der gemeente Standdaarbuiten op
14 .juli 1983 om 19.30 uur ten gemeentehuize.
Aanwezig zijn de heren: C.G. Kokke, J.G.M. Leerentveld, P.G. van Hoof, A.M.F.M.
Mulders, A.P. Kouters, A.J. Veeke en L.M. Koevoets.
Voorzitter is de heer P.G. Wijgergangs.
Secretaris is de heer J.A.M. Hereijgers.
1. Opening vergadering en aanwijzing van een voorstemmer.
De voorzitter opent de vergadering met het voorgeschreven gebed. Hij heet alle aan
wezigen van harte welkom. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van het Reglement
van Orde wordt vervolgens nummer 5 van de presentielijst aangewezen om bij een even
tuele stemming de omvraag te beginnen.
2. Vaststelling van de notulen van de vergadering van 23 juni 1983.
Naar aanleiding van het genotuleerde m.b.t. het beschikbaar stellen van een krediet
t.b.v. de herinrichting van het terrein nabij de r.k. kerk en voormalig schoolge
bouw te Noordhoek deelt de heer Kokke mede dat de heer Leerentveld bij de behandeling
van dit agendapunt de vraagt heeft gesteld welke de motieven voor het College waren
deze werkzaamheden door het Werkvoorzieningsschap uit te laten voeren. Spreker heeft
toen gesteld dat op het gemeentebestuur een zgn. bevorderingsplicht rust. Hij vindt
dit onvoldoende duidelijk uitkomen in de notulen.
De heer Leerentveld bevestigt dat hij het College heeft gevraagd of het enkel financiële
motieven waren die het College ertoe hebben gebracht bedoelde werkzaamheden door het
Werkvoorzieningsschap te laten uitvoeren. Uit het antwoord van de voorzitter bleek
dat ook ideële motieven hierbij een rol hebben gespeeld. Besloten wordt op pagina 4
de zin: "Ook hij informeert naar de reden van het College om te trachten de werkzaam
heden door het Werkvoorzieningsschap uit te laten voeren" te schrappen daar de heer
Kokke niet naar de reden had geïnformeerd doch enkel had gewezen op de bevorderings
plicht voor de gemeente.
Naar aanleiding van het gestelde op pagina 7 m.b.t. het gebruik van gif door de buiten
dienstmedewerkers zegt de heer Leerentveld dat de voorzitter zou hebben meegedeeld dat
het gebruik van de chemische bestrijdingsmiddelen in relatie stond met de heersende
weersomstandigheden en dat het geen vanzelfsprekende zaak zou zijn dat er volgend jaar
wederom gif gebruikt zou worden.
De voorzitter antwoordt dat de opzet is geweest dat de wegen en trottoirs niet meer
zouden wórden bespoten met gif. De plantsoenen zouden echter wel bespoten worden, vooral
omdat dóór de weersomstandigheden het onkruid zo welig tierde dat men het niet de baas
kon
De heer Leerentveld zegt dat voor hem de tekst van de notulen niet hoeft te worden
gewijzigd. Besloten wordt dan ook de betreffende tekst te handhaven.
Zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming worden de notulen van de vergadering
van 23 juni 1983 met inachtneming van de aangedragen wijziging vastgesteld.
- 3. -
