De voorzitter zegt hierop dat het de bedoeling is gesprekken met alle bewoners in
het buitengebied te voeren waarin deze hun visie ter kennis van het College kunnen
brengen. Het komt hem voor een hoorzitting of iets dergelijks te houden.
De heer van Hoof zegt geschrokken te zijn van het bedrag en met name van het verschil
in prijs tussen diverse bureau's. Hij spreekt de hoop uit dat goed werk verricht zal
worden
De voorzitter zegt ervan overtuigd te zijn dat de heer Cuijpers een vak bekwame man
is.
De heer Leerentveld zegt dat het standpunt van zijn partij reeds lang bekend is.
Hij vindt dat het erg lang geduurd heeft voordat met de voorbereiding van het be
stemmingsplan is gestart. Graag had hij een meer gedetailleerde planning gezien teneinde
vertraging te voorkomen. Het nemen van voorbereidingsbesluiten kan niet jaarlijks ge
schieden omdat het besluit hierdoor zijn rechtsgeldigheid verliest en wellicht zal hij
zijn goedkeuring onthouden aan een dergelijk voorstelVoorts zegt de heer Leerentvelc
niet erg geschrokken te zijn van de prijs die in rekening wordt gebracht en wijst erop
dat er tal van werkzaamheden verricht moeten worden om een bestemmingsplan op te stellen
Hij zegt te hopen dat niet om puur financiële redenen gekozen is voor degene die hei;
goedkoopst blijkt te werken. Hij vraagt voorts naar de mogelijkheden van vooroverleg
en inspraak. Hij vindt het noodzakelijk dat tijdens de opstelling van het bestemmings
plan de brabantse milieufederatie ingeschakeld wordt desnoods uitsluitend schriftelijk
Voorts is hij van mening dat deze investering ook reeds geruime tijd te voorzien was
^^en derhalve in de gemeentebegroting opgenomen had moeten worden.
De voorzitter zegt dat controle uitgeoefend zal worden op de voortgang van de werkzaam
heden. Totdat het bestemmingsplan is opgesteld hetgeen 21 tot 28 maanden zal vergen zal
een voorbereidingsbesluit moeten worden genomen, aldus de voorzitter. Omtrent de des
kundigheid van het bureau Cuijpers zegt de voorzitter dat bij de gemeente Wouw informati
is ingewonnen en dat bij de Provinciale Planologische Dienst eveneens om informatie is
gevraagd. Voorts heeft het College een uitvoerig gesprek gehad met de heei* Cuijpers.
De ontvangen informatie was zeer positief en het College heeft dan ook vertrouwen in het
stedebouwkundig bureau
De voorzitter zegt voorts het frappant te vinden dat de heer Cuijpers zelf voorstelde
om de brabantse milieufederatie te betrekken bij de opstelling van het bestemmingsplan.
De heer Koevoets zegt de kosten in eerste instantie hoog te hebben gevonden. Hij vraagt
of ook de Heidemij verzocht is een offerte uit te brengen.
De voorzitter antwoordt hierop ontkennend.
De heer Veeke betreurt de offerte van bureau Margry. Zonder de deskundigheid van dit
bureau aan te tasten vindt hij toch dat de gemeente in het verleden en ook nu weer
opgelicht wordt. Hij vindt het juist dat bureau Cuijpers nu een kans krijgt. Hij is
voorts van mening dat dergelijke bureau's rekening moeten houden met de noodzakelijke
^bezuinigingen van gemeenten.
^^De heer Leerentveld zegt blij te zijn dat het adviesbureau zelf met de suggestie is
gekomen om de Brabantse Milieufederatie in te schakelen. Wederom wijst hij erop dat het
genomen voorbereidingsbesluit uitsluitend waarde heeft als binnen een jaar de opstelling
van het bestemmingsplan is voltooid en het bestemmingsplan is vastgesteld. Voorts vraagt
hij welke zekerheden het College heeft gekregen dat de opstelling binnen de termijn
van maximaal 28 maanden gereed is.
De voorzitter zegt dat het College een andere mening heeft over de waarde van voorbe
reidingsbesluiten die reeds meerdere malen zijn genomen. De oorzaak van het menings
verschil is eerder te zoeken bij de wetgever. Voorts deelt hij de vergadering mede dat
hij de toezegging heeft gekregen van het adviesbureau dat de gestelde termijn gehaald
zal worden.
De heer Koevoets vraagt of het College in het verleden niet voortdurend meerdere
offertes heeft aangevraagd bij verschillende bedrijven wanneer grote werken moesten
worden uitbesteed.
De voorzitter zegt niet te willen ingaan op beslissingen die in het verleden zijn ge
nomen.
De heer Koevoets zegt het jammer te vinden dat adviesbureau Margry vroeger de kans ge
kregen heeft teveel in rekening te brengen.
De heer Veeke zegt het niet met de heer Koevoets eens te zijn. Hij is van mening dat
niet verondersteld mocht worden dat het in bureau Margry geschonken vertrouwen be
schaamd zou worden.
- De heer -