- 4 - De voorzitter zegt dat tijdens de uitvoering van de reconstructie van de van Glymes- straat inderdaad gevaarlijke situaties kunnen voordoen. Hij oppert de mogelijkheid de gevaarlijkste punten reeds nu van een afrastering te voorzien. Hij voegt daaraan toe dat na de reconstructie de van Glymesstraat keurig netjes en verkeersveilig zal zijn, zulks omdat hiermee in de kredietbegroting rekening is gehouden. De heer Kokke zegt verheugd te zijn dat de straten die in een slechte staat verkeerden opgeknapt konden worden. Hij vindt dat de kosten meevallen en kan volledig achter het voorstel staan. De heer van Hoof zegt verheugd te zijn dat destijds gebruik gemaakt is van de mogelijk heid om diverse wegen in het kader van de Werkgelegenheidsverruimende Maatregel cp te knappen Zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 9. Subsidiëring bejaardenzang (2e wijziging subsidieverordening plaatselijke ver enigingen en 19e wijziging gemeentebegroting 1983). De heer Kokke vraagt waarom de bejaardenzangverenigingen niet een onderdeel vormen var de stichting gecoördineerd bejaardenwerk en uit hoofde hiervan gesubsidieerd worden. Voorts vraagt hij of de zangverenigingen een bestuur hebben. Hij vraagt ook of het College overleg heeft gevoerd met de bejaardenbonden en de stichting gecoördineerd bejaardenwerk. Hij is van mening dat versnippering van subsidies plaatsvindt. Hij zegt te hebben vernomen dat de bejaardenbonden dit graag zelf georganiseerd hadden. De voorzitter legt uit dat tijdens het overleg gebleken is dat Standdaarbuiten geen bestuur heeft doch dat er thans nog sprake is van een iniatiefgroepHij zegt dat ook het College van mening is dat het beter is als de zanggroepen onder de stichting ge coördineerd bejaardenwerk zouden vallen. Gebleken is echter, aldus de voorzitter dat de bejaardenzangverenigingen voorlopig liever zelfstandig functioneerdHier is wel sprake van een indirecte betrokkenheid van de bejaardenbonden al mogen ook niet-leden van deze bonden aan de activiteiten deelnemen. De voorzitter zegt te verwachten dat de bejaardenzangverenigingen in de toekomst zullen voldoen aan de gestelde subsidievoorwaarden. De heer Kokke zegt nogmaals dat versnippering van subsidies moet worden beperkt en vraag om een uiterst voorzichtige houding in het toekennen van dit soort subsidies. De heer Leerentveld zegt dat hij in het verleden reeds meermalen gepleit heeft voor een algehele herziening van de subsidieverordening plaatselijke verenigingen, Hij zegt dat deze niet geheel meer voldoet aan de daaraan te stellen eisen en hij vindt de ver ordening niet altijd duidelijk. Voorts vraagt hij of de bejaardenzangverenigingen moeten voldoen aan het gestelde in de subsidieverordening voor zangverenigingen dat deze jaarlijks een uitvoering voor de bevolking moeten verzorgen. Ook hij zegt een versnippering van subsidies te vrezen en waarschuwt hiervoor. De voorzitter wijst erop dat de subsidieverordening plaatselijke verenigingen nog niet lang functioneert. Hij stelt dat de verordening beter toepasbaar zal zijn nu de eerste gewenningsperikelen achter de rug zijn en verwacht dat inclusief de kleine aanpassingen van de verordening deze voor langere tijd toepasbaar is. Het College ziet geen aanleiding de verordening in zijn geheel te herzien, aldus de voorzitter. Omtrent de verplichting dat jaarlijks een uitvoering moet worden gegeven, zegt de voorzitter dat dit voor deze bejaardenzangverenigingen niet verplicht gesteld zal worden al voegt hij hieraan toe dat hij het wel plezierig zou vinden als deze ver enigingen een uitvoering zouden geven. Hij zegt voorts dat het mogelijk moet zijn de subsidieverordening tussentijds aan te passen indien daaraan behoefte ontstaat zonder dat sprake zal zijn van versnippering. De heer van Hoof vindt de slechte verstandhouding tussen de bond van Ouderen en de stichting gecoördineerd bejaardenwerk triest. Hij denkt dat hierdoor de subsidies versnipperd worden. De voorzitter spreekt de hoop uit dat de verstandhouding in de toekomst beter wordt. De stichting gecoördineerd bejaardenwerk heeft de groepen wel geholpen bij het "opstarten", aldus de voorzitter. Het werd alleen geen eigen activiteit van de stichting. Het mag nimmer een verplichting zijn om lid van een bejaardenbond te worden eer men lid van de zangvereniging kan worden. - De heer -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1983 | | pagina 42