- 3 - Eventueel kan dit perceel grond later worden verkocht aan geinterresseerdenaldus de voorzitter. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 6. Machtiging beleggen tijdelijk overtollige financieringsmiddelen. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 7. Voorbereidingsbesluit bestemmingsplan Buitengebied (gedeeltelijk). De heer Veeke zegt op de kaart van het bestemmingsplan Buitengebied het dorpsbos te hebben aangetroffen. Hij zegt dat naar zijn mening het dorpsbos buiten het be stemmingsplan valt. De voorzitter beaamt dit. De heer Kokke vraagt wat de ongewenste ontwikkelingen kunnen zijn wanneer geen vcorbe— reidingsbesluit zou worden genomen. De voorzitter maakt met een voorbeeld duidelijk wat voor ontwikkelingen er zouden kunnen plaatsvinden wanneer geen voorbereidingsbesluit genomen wordt. De heer Leerentveld spreekt van een falend beleid van de gemeente en wijst op de overgangswet Ruimtelijke Ordening 1970. Hij is van mening dat in 1970 reeds begonnen had moeten worden met de voorbereidingen voor het bestemmingsplan Buitengebied terwijl in 1979 de eerste fase nog niet geheel uitgevoerd was» te weten het overleg over het ontwerp met belanghebbenden. Hij spreekt van onwil en niet van onmacht. Hij zegt dat ingevolge de wet een bestemmingsplan moet worden gemaakt voer het hele gebied buicen die waarvoor reeds bestemmingsplannen zijn vastgesteld. Hij spreekt van een onvolledig plan dat nu ter tafel ligt. Hij wijst erop dat een voorbereidingsbesluit bedoeld is als eenmalig en zegt dat voorbereidingsbesluiten die meerdere malen worden genomen hun rechtsgeldigheid verliezen. De voorzitter zegt dat het door de heer Leerentveld gestelde over de Wet Ruimtelijke Ordening juist is. Hij zegt ervan overtuigd te zijn dat er in het verleden zeer zeker goede redenen aanwezig geweest zijn om het bestemmingsplan Buitengebied uit te stellen. Hij wil wel de opmerking plaatsen dat er door de gevolgde procedure geen schade is berokkend aan inwoners. De voorzitter zegt dat de juridische aspecten rond het meermalen nemen van eenzelfde voorbereidingsbesluit bekend zijn doch zegt dat hier een vermaning aan het adres van Standdaarbuiten niet op zijn plaats is en dat de wetgever vermaand moet worden. De mogelijkheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit is er uitsluitend ter voor koming van ongewenste ontwikkelingen voor of tijdens de vaststelling van een bestemming: plan. De heer Leerentveld zegt dat mogelijk de wetgeving in deze niet geheel correct is doch vindt een dergelijke burgerlijke ongehoorzaamheid niet op zijn plaats. Hij zegt dat voorkomen moet worden dat voorbereidingsbesluiten meerdere malen moeten worden genomen. De voorzitter spreekt de hoop uit dat het de laatste keer geweest is dat een voor bereidingsbesluit meermalen moet worden genomen. Zender verdere discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen 8Krediet reconstructie diverse wegen in het kader van de Werkgelegenheidsverruimenue Maatregel (18e wijziging gemeentebegroting 1983). De heer Veeke vraagt of de Molenstraat een voormalige provinciale weg is. De voorzitter antwoordt bevestigend De heer Koevoets zegt te betreuren dat in de Molenstraat geen trottoir wordt aangelegd zodat voetgangers vanuit de van Glymesstraat op de rijbaan van de Molenstraat moeten lopen. De voorzitter zegt dat in de opzet geen rekening is gehouden met een trottoir en wijsi. op de extra kosten van 10.000»00 die dit met zich mee zou brengen. Hij wijst er voorts op dat de verkeersintensiviteit aldaar geen trottoirs vereist. De heer Koevoets wijst op de huidige situatie van de van Glymesstraat die zijns inziens gevaarlijke situaties op kan leveren. - De voorzitter -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1983 | | pagina 41