De voorzitter zegt dat het dorpenplan nu mogelijk door de provincie zal moeten worden
opgesteld en zegt hieromtrent de ontwikkelingen af te wachten.
De heer Kokke vraagt naar aanleiding van het onder D15 ingekomen stuk wat er gaat ge
beuren met het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker in de huidige vorm dat per
1 april 1983 zal ophouden.
De voorzitter zegt dat het Streekgewest zich momenteel beraadt om eventueel op een
andere wijze dit onderzoek doorgang te laten vinden. Standdaarbuiten moet afwachten op
de mogelijkheden die door het Streekgewest aangedragen zullen werden, aldus de voor
zitter. Naar aanleiding van het onder nummer E21 ingekomen stuk vraagt de heer Leerent-
veld hoe het begrotingstekort van de openbare bibliotheek ad 1.600,00 gedekt zal wor
den
De voorzitter zegt dat met het bestuur de afspraak is gemaakt dat deze eerst zou onder
zoeken op welke wijze er bezuinigd zou kunnen worden en merkt op dat deze aanpassing
van de contributieregeling de eerste stap in de goede richting is.
De heer Kokke vraagt naar aanleiding van het onder E20 ingekomen controlerapport van
het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen of de jaarrekening van het
antennebedrijf nog ter voorlopige vaststelling aan de Raad zal worden aangeboden.
De voorzitter beaamt dit
De heer Kokke informeert voorts naar de toegankelijkheid van het aan te leggen dorpsbos
en de mogelijkheden voor de recreatie.
De voorzitter zegt dat het dorpsbos vanuit de Veerstraat te bereiken is en dat momenteel
overleg gevoerd wordt met Rijkswaterstaat om de toegankelijkheid vanaf rijksweg 17
te verbeteren
De heer Leerentveld vraagt in hoeverre de gemeente inspraak heeft gehad bij de totstand
koming van de plannen tot aanleg van dit bos.
De voorzitter zegt dat de basis is gelegd door Staatsbosbeheer doch dat de gemeente
naar eigen inzicht diverse wijzigingen c.q. verbeteringen aan kan brengen echter wel
voor eigen rekening. Hij zegt hierbij bijvoorbeeüd aan een trimbaan te denken. Naar
aanleiding van het onder- nummer E22 ingekomen stuk zegt de heer Leerentveld van mening
te zijn dat dit st.uk apart op de agenda geplaatst had moeten worden omdat er door de
Regionale Stichting voor maatschappelijk werk en gezinsverzorging Rondom Mark en V/eerijs
gevraagd wordt welk standpunt de betrokken gemeenten in willen nemen omtrent de nota
decentralisatie regio.
De voorzitter zegt dit over het hoofd te hebben gezien en zegt toe dit stuk op de agenda
van de eerstvolgende raadsvergadering te plaatsen.
De heer Leerentveld zegt van mening te zijn dat het onder E33 ingekomen stuk doorge
zonden moet worden aan bijvoorbeeld de werkgroep anders-actieven.
De voorzitter zegt dat dit stuk eerst de Raad moet passeren en dat daarna dit stuk
aan betrokkenen ter hand gesteld zal worden.
I^^heer Leerentveld zegt dat het onder nummer E34 op de lijst geplaatste stuk niet
^B)r kennisgeving behoort te worden aangenomen doch dat dit bespreekbaar moet zijn.
De voorzitter zegt bevreesd te zijn voor publicatie in de dagbladen als dit stuk op de
agenda wordt gen-laatst. Wij willen geen valse hoop wekkenaldus de voorzitter.
Hij zegt dat Standdaarbuiten alleen natuurlijk niet voor een oplossing voor het werk
gelegenheidsprobleem kan zorgen. Hij zegt wel alle mogelijke steun toe aan beginnende
ondernemers. Deze kunnen vergaande steun van het gemeentebestuur verwachten aldus de
voorzitter. Concreet is echter niets aan te geven.
De heer Leerentveld zegt het niet plaatsen van dit stuk op de agenda incorrect te
vinden. Hij vindt dat ook landelijk te weinig gedaan wordt om dit probleem op te lossen.
De voorzitter zegt hierop nogmaals dat het gemeentebestuur weinig concreets heeft te
bieden en dat rnen geen valse hoop wil wekken. We mogen de bevolking geen rad voor ogen
draaien, aldus de voorzitter. De gemeente heeft geen middelen om ondernemers financieel
te ondersteunen. Het onderhavige stuk zal niet op de agenda worden geplaatst. Wel zegt
de voorzitter bereid te zijn deze nota desgevraagd ter hand te stellen aan de raads
leden en deze bij de rondvraag uitvoerig te bespreken.
De heer Koevoets vraagt of dan niet stukken van andere bonden over deze materie eveneens
bespreekbaar gemaakt moeten worden.
De heer Leerentveld zegt geen bezwaar te hebben tegen een brede discussie.
- De -