- 7 - Voorts zegt hij het niet met de heer Leerentveld eens te zijn wat betreft diens op merking over een ouderwets plan. De mogelijkheid tot bouw van woningen met zonnepanelen etc. is mogelijk. Ook kunnen aanvragers van een bouwvergunning voor het plaatsen van windmolens op maximale steun rekenen. Tevens vindt hij het moreel verplicht de Raad te mengen in de uitvoering van volgende fasen. Voorts vindt hij dat uit het voorstel duidelijk de 50 dba-lijn blijkt. Over de sloot naast het agrarisch afzetbedrijf kar: de voorzitter geen uitsluitsel geven. De heer Koevoets zegt het een erg goed plan te vinden en hoopt dat het snel uitge voerd kan worden. Voorts vraagt hij hoeveel personen van de geboden gelegenheid tot inzage van het bestemmingsplan gebruik hebben gemaakt. De voorzitter deelt mede dat naar zijn indruk het aantal zeker niet boven de tien zal liggen. De heer Veeke zegt het erg interessante stukken te vinden. Hij vindt het een pracht ontwerp. Ook hij spreekt de hoop uit dat snel met de uitvoering kan worden begonnen. De heer Kokke zegt dat de door hem geplaatste opmerking zeer zeker niet persoonlijk gericht was doch wel om de geloofwaardigheid van de gemeenteraad staande te houden en om te voorkomen dat de gemeente onverwacht voor juridische problemen komt te staan. De heer van Hoof informeert naar de mogelijkheden van doortrekking van de Dr. Poels straat tot het viaduct bij Rijksweg 17. Hij wijst op de ontsluitingsmogelijkheden van het bestemmingsplan Achter de Pastorie. *De voorzitter zegt dit gaarne te willen bespreken nadat de eerste fase in uitvoering is. Eventueel kan de bevolking om mening gevraagd worden, aldus de voorzitter. De heer Leerentveld zegt dat het plan weliswaar gedurende een maand ter inzage heeft gelegen doch vindt dat het voor een goede bestudering door raadsleden noodzakelijk is dat deze over een eigen plan kunnen beschikken. Voorts wijst hij op de verschillende wijze waarop het bestemmingsplan wordt beoordeeld door ingezetenen en raadsleden. Hij zegt dat hij dit plan als naslagwerk wilt behouden. Hij zegt het zinvoller te vinden als bij het bestemmingsplan tevens de exploitatie-opzet hiervan wordt aange boden, ter voorkoming dat later mocht blijken dat het plan financieel niet haalbaar is. Hij vindt dat dergelijke belangrijke stukken door de Raad in 2 fasen moet worden be oordeeld en vastgesteld. Voorts blijft hij het betreuren dat geen inspraakprocedure is gevolgd. Hij is van mening dat de burgers de informatie niet behoeven te halen doch dat het gemeentebestuur tot taak heeft de informatie over te brengen. Deze procedures zijn niet uitsluitend om bezwaar aan te kunnen tekenen, aldus de heer Leerentveld doch ook om de burgers in dergelijke besluitvorming te betrekken. Hij zegt dat in het be stemmingsplan voornamelijk voorzien is in sociale woningbouw en vraagt naar de bouw mogelijkheden in de vrije sector. Hij zegt blij te zijn dat het College bereid is de Raad in de verdere uitvoering van het bestemmingsplan te betrekken. De voorzitter antwoordt dat vanwege het feit dat de stuksprijs van deze plannen erg •loog is niet direkt overgegaan is tot verstrekking van de plannen aan alle raadsleden, lij zegt toe te zullen onderzoeken wat de extra kosten bedragen. De exploitatie-opzet is ter beoordeling aan de Directie Volkshuisvesting voorgelegd waarna de Raad een voor stel zal bereiken tot vaststelling van de bouwgrondprijzen, aldus de voorzitter. In de eerste beoordeling heeft de P.P.D. geconcludeerd dat het plan economisch haalbaar is. Met betrekking tot de 2 fasen besluitvorming zegt de voorzitter dat het in de toekomst best mogelijk is dat hiervan gebruik gemaakt wordt. Naar de mening van de voorzitter biedt de Wet Ruimtelijke Ordening voldoende mogelijkheden tot inspraak. Hij zegt weinig ongerustheid te bespeuren bij de inwoners. Voorts deelt hij mede dat de verdeelsleutel tussen woningen in de vrije sector en sociale woningbouw is gewijzigd zodat het aantal te bouwen woningen in de vrije sector is afgenomen. Hierdoor is wel een verdichting van het bestemmingsplan ontstaan. De heer Veeke vraagt vervolgens de heer Leerentveld wat deze steeds bedoeld met "wij". De heer Leerentveld zegt dat hij hiermee bedoelt de Raad als het besluitvorming betreft en waar het betreft politieke uitspraken zijn partij. De heer Veeke zegt moeite te hebben met het feit dat de heer Leerentveld zo vaak het woordje "wij" gebruikt. Dit kan volgens hem tot een ernstige misleiding komen. De heer Leerentveld zegt een stemverklaring af te willen leggen. Hij heeft een aantal procedurele bezwaren tegen het plan. Hij zegt op een goede afloop van de exploitatie- opzet te hopen. Voorts zegt hij dat hij even gedacht heeft over stemonthouding doch heeft besloten dit niet te doen. - Zonder -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1983 | | pagina 34