Hij citeert uit deze beschouwingen en concludeert dat het College haar "huiswerk" niet goed heeft gedaan. De voorzitter zegt dat de heer van Hoof achteraf gelijk heeft gekregen. Hij zegt dat toen voorzichtig geraamd is naar de toen bekende gegevens en wijst op de mogelijkheid van snelle stijging van de rentetarieven in de toekomst. In dit verband wijst de voor zitter ook op de inhoud van het voorstel De heer Leerentveld vraagt naar de bedoeling van het in de laatste alinea van het voor stel gestelde inzake het niet wijzigen van de ramingen op hoofdstuk XIV. De voorzitter zegt dat nu slechts de functionele posten worden gewijzigd zonder dat de administratieve posten wijziging ondergaan. Dit werkt erg tijdbesparend terwijl het verschil nihil is8 aldus de voorzitter. De heer Leerentveld zegt van mening te zijn dat aan deze voordelen een zinvolle be stemming moet v/orden gegeven. Hij stelt voor een inventarisatie op te maken per heden. De voorzitter zegt dat van het College niet verwacht mag worden dat deze onmiddellijk een bestemming geven aan deze gelden en wijst erop dat tegenvallers ook niet steeds meteen in de begroting worden verwerkt. Hij deelt mede dat er geen voorstel zal komen om deze gelden een bestemming te geven. Zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 5. Wijziging rechtspositieregelingen. ^fe>e heer Kokke zegt dat in het raadsvoorstel een storende fout is geslopen. Het bedreig per kind in de vakantieuitkering voor het overheidspersoneel is afgeschaft per 1 januari 1983 terwijl in het raadsvoorstel is vermeld 1 januari 1982. De voorzitter beaamt dat effectuering definitief per 1 januari 1983 plaats vindt. Voorts vraagt de heer Kokke of wel voldoende rekening is gehouden met de circulaire van het Centraal Orgaan d.d. 28 februari 1983. De voorzitter antwoordt bevestigend. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 6. Voorbereidingskrediet reconstructie Markt (16e wijziging gemeentebegroting 1983). De heer Koevoets zegt het te betreuren dat er niet meer financiële middelen voorhanden zijn om de Markt te reconstrueren. Hij zegt toch wel blij met het voorstel te zijn. Hij vindt dat voor de uitvoering overleg met de omwonenden gevoerd moet worden. De heer van Hoof zegt het te betreuren dat met de raadsleden geen vooroverleg is ge voerd. Hij is van mening dat dit wel had moeten plaatsvinden. De voorzitter zegt dat er sprake is van een misverstand, Er is eerder een voorbe reidingskrediet gevoteerd, Heidemij Nederland heeft toen een plan opgesteld dat finan- ^cieel niet meer haalbaar is, aldus de voorzitter. Hij zegt dat thans de x^ollen worden ^^>mgekeerd. De Heidemij is verzocht een plan te maken op basis van een krediet van 200.000,00 inclusief voorbereidingskostenZodra dit ontwerp gereed is, zal met de raadsleden vooroverleg worden gevoerd. De heer van Hoof vraagt wat er gedaan wordt met het voorbereidingskrediet van 22.000,00. Hij zegt hier gaarne nader over geinformeerd te worden. De voorzitter zegt dat het in tegenstelling tot voorheen in de bedoeling ligt de Markt te herstraten met het huidige materiaal zulks aangevuld met beschikbare oude materialen. De kale vlakten worden onderbroken met groenvoorzieningen. Op deze wijze kan er een plan komen dat financieel haalbaar is. De heer Kokke zegt de problemen van de heer van Hoof te delen en hij vraagt of het mogelijk is het oude plan door eigen personeel zo aan te laten passen dat binnen een begroting van 200.000,00 gewerkt kan worden, V/at voor het eigen personeel dan te problematisch wordt kan door de Heidemij verder aangevuld en uitgewerkt worden, aldus de heer Kokke. De voorzitter zegt dat de heer Kokke voor een deel gelijk heeft doch voegt hieraan toe dat thans de mankracht ontbreekt om dit soort plannen uit te werken. Bovendien is naar de mening van de voorzitter het oude plan niet als basis te gebruiken voor een nieuw plan. - De heer -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1983 | | pagina 30