- 2 -
2. Vaststelling van de notulen van de vergadering var. 9 december 1982.
De heer Leerentveld zegt dat hij van mening is dat de notulen te beknopt weergeven
wat er in de vergadering is gezegd. Hij zegt enkele onderdelen die toch van essentieel
belang zijn te missen.
De voorzitter verzoekt hierop de leden van de Raad om eventuele opmerkingen op de
notulen schriftelijk in te dienen, zodat aan de hand van de aantekeningen beoordeeld
kan worden of deze terecht zijn.
De heer Kokke informeert naar de gang van zaken omtrent de naheffing omzetbelasting die
het Werkvoorzieningsschap West-Noord-Brabant heeft ontvangen en wil weten wie de 10%
boete die opgelegd is voor zijn rekening neemt.
De voorzitter antwoordt dat door het Werkvoorzieningsschap inmiddels een bezwaarschrift
is ingediend tegen deze naheffingsaanslag en deelt de vergadering mede dat indien het
bezwaarschrift wordt afgewezen de gezamenlijke gemeenten dit verlies zullen moeten dragen
De heer Kokke zegt dat het Werkvoorzieningsschap de boete toch reeds heeft voldaan.
De voorzitter beaamt dit doch voegt eraan toe dat de gemeenten dit bedrag nog niet hebben
uitbetaald aan het Werkvoorziening: schap zulks omdat het Werkvoorzieningsschap deze post
als te verhalen heeft opgenomen.
De heer Kokke wil hierop weten hoe groot de verliespost voor Standdaarbuiten is.
De voorzitter antwoordt dat het verlies kan worden geraamd op 25 cent per inwoner.
De heer Kokke vraagt of het College nog stappen wil ondernemen ter voorkoming van deze
^^ewenste situaties.
De voorzitter zegt ervan overtuigd te zijn dat het Werkvoorzieningsschap alle maat
regelen zal treffen om deze fouten te voorkomen en voorts dat het College waakzaam zal
toezien
De heer Kokke zegt voorts in de notulen van deze vergadering niets te hebben gelezen
over het in deze vergadering besprokene over een permanente expositie. Hij zegt dat de
voorzitter heeft toegezegd dat dit onderzocht zou worden.
De voorzitter beaamt dit.
De heer Leerentveld zegt graag aan de notulen op pagina 9 na de zin "Hij zegt echter de
beantwoording van de vragen terzake zodanig te hebben gevonden dat hij deze motie weer
intrekt" de zin toegevoegd te zien "en aan te houden tot de discussie die daarover is
toegezegd". Op pagina 10 wilt hij na de zin. "Hij zegt het zinloos te vinden om een
verhoging te vragen waar niets tegenover staat" de toevoeging zien "Terwijl de andere
rechten minder verhogen dan op grond van de kosten reëel zou zijn. Dit wordt aldus
besloten
De heer Leerentveld zegt dat hij niet gespreken heeft over
een terughoudende manier van begroten zoals in de notulen op pagina 9 is gesteld doch
over een behoudende manier van begroten. Hij voegt hieraan toe de motie met betrekking
de werkloosheid en de werkgelegenheid aan te houden tot de discussie die over deze
m^erie is toegezegd.
De heer van Hoof zegt dat op pagina 12 van de notulen niet duidelijk tot uiting komt
wat hij gezegd heeft met betrekking tot de subsidiëring van peuterspeelzalen. Hij heeft
gezegd dat subsidiëring in het nadelig saldo van peuterspeelzalen de stimulans weghaald
om te streven naar een sluitende begroting.
Zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming worden de notulen, met inachtneming
van de aangedragen wijzigingen vastgesteld.
3Ingekomen stukken
Naar aanleiding van het onder B8 bedoelde stuk vraagt de heer Kokke of er exemplaren
van de Algemene Plaatselijke Strafverordening voor burgers en raadsleden te koop zijn.
De voorzitter zegt dat dit het geval is.
De heer Kokke vraagt naar aanleiding van het onder D13 ingekomen stuk wat het College
wil gaan doen nu het dorpenplan definitief niet door het Stredkgewest zal worden opge
maakt.
- De -