- 2 -
8. Behandeling begroting 1982 van het Maat schappelijk Centrum (9e wijziging gemeente
begroting 1-982
De heer van Hoof zegt dat het hem is opgevallen dat de kosten van het Maatschappelijk
Centrum de pan zijn uitgerezen. Hij zegt problemen te hebben met het onderhavige voor
stel. Hij stelt voor dit soort werk op een andere wijze te laten uitvoeren en denkt
daarbij aan een Sociaal-Culturele Raad. Hij stelt voor het voorstel van het College van
burgemeester en wethouders aan te houden.
De voorzitter vraagt aan de heer van Hoof of deze zich kan verenigen met de in het voor
stel verwerkte bezuinigingen.
De heer van Hoof zegt het hiermede eens te zijn.
De voorzitter is voorts van mening dat gezien, de lange samenwerking tussen de gemeente
en het Maatschappelijk Centrum hierdoor moeilijk abrupt een streep gehaald kan worden.
Voorts is de afspraak gemaakt dat er een sociaal cultureel werker(ster) aangesteld
zal worden voor een periode van twee jaar aldus de voorzitter en zegt graag eerst deze
testperiode af te wachten.
De heer van Hoof zegt toch problemen te hebben met het voorstel. Hij verwacht dat het
Maatschappelijk Centrum niet accoord zal gaan met de bezuinigingen en dat er in de toe
komst toch meer betaald zal moeten worden.
De voorzitter zegt hierop dat uiteindelijk de Raad een uitspraak doet over het te ver
strekken subsidie en dat het Maatschappelijk Centrum zich hierbij moet neerleggen.
^Cok hij is van mening dat een Sociaal Culturele Raad een goede zaak zou zijn voor
^Btanddaarbuiten doch verwacht reeds, bij voorbaat dat deze waarschijnlijk te kort zou
schieten. Hij wil het voorstel derhalve handhaven.
De heer Veeke zegt het met zijn collega van Hoof eens te zijn en zegt ook dat het
Maatschappelijk Centrum z.i. niet goed functioneert. Dit is niet bedoeld op bepaalde
personen aldus de heer Veeke doch op de wijze van functioneren.
De voorzitter zegt dat het zeer moeilijk te omschrijven werkzaamheden zijn en vraagt als
nog het resultaat van een proefperiode van twee jaar af te wachten.
De heer Veeke zegt het Maatschappelijk Centrum, ondanks bedenkingen van zijn kant, toch
een kans te willen geven.
De heer van Daime vindt ook dat er een kans gegeven moet worden aan een sociaal cultu
reel werker.
De heer van Tilburg kan zich wel met het voorstel verenigen alhoewel hij ook van mening
is dat er tot nu toe weinig door het Maatschappelijk Centrum is gepresteerd.
De heer Sitters wil het Maatschappelijk Centrum wel een kans geven doch indien niet aan
de verwachtingen wordt voldaan dient er onmiddellijk ingegrepen te worden aldus de heer
Sitters
Wethouder Mulders wdjst er op dat bij de sollicitatieprocedure van de sociaal cultureel
werker(ster) een lid van het College van burgemeester en wethouders aanwezig is en dat
Mfcndien nodig tijdens de procedure ingegrepen kan worden,
ue heer van Hoof wijst nog cp het feit dat de opbouwwerker zelf ontslag heeft genomen
in verband met de uitoefening van de hem toebedeelde taak en verwacht dat de sociaal
cultureel werker(ster) een moeilijke taak te wachten staat.
Zonder verdere discussie of hoofdelijke stenming wordt het voorstel aangenomen onder
de aantekening dat de heer van Hoof geacht wordt te hebben tegengestemd.
9. Vaststellen Verordening als bedoeld in artikel 9, tweede lid van de Winkelsluitings
wet 1976.
Zonder hoofdelijke stenming of discussie wordt het voorstel aangenomen.
10. 5e wijziging verordening antennerechten.
De heer Veeke zegt de voorgestelde verhoging van de antennerechten voor een bepaalde
groep bejaarden toch een zware belasting te vinden in deze economisch slechte tijd.
De voorzitter wijst erop dat de bejaarden niet per definitie tot de laagste inkomens
behoeven te behoren. Hij wijst er voorts op dat dit voorstel niet uit financieel oog
punt is genomen doch om een stuk oneerlijkheid tussen bepaalde bevolkingsgroeperingen
cp te heffen, daar de bejaarden die zijn aangesloten op de centrale antenne installatie
het volle tarief moeten betalen.
- De -