- 4 -
De heren van Hoof en Kokke verklaren zowel de beleidsuitgangspunten als de ontwerp
begrotingen apart te willen beschouwen. Hiercp geeft de voorzitterter becoinmen—
tariëring van de beleidsuitgangspunten voor de raadsperiode 1982-1986, het woord aan
de heer van Hoof.
De heer van Hoof spreekt zijn waardering uit voor de eerste stap die is gezet met de
aanbieding van deze notitie. Hij zag gaarne als volgende stap het invullen van de
financiële gegevens. Vervolgens zegt hij in te stemmen met het beleid ten aanzien van
de informatieverstrekking aan de burgers, ten aanzien van de verkeersveiligheid en ten
aanzien van de totstandkoming van een bestemmingsplan buitengebied. Spreker verzoekt
het College vervolgens attent te blijven op mogelijkheden ter verkrijging van grotere
of extra contingenten te bouwen woningen. Hij spreekt zijn waardering uit voor de wijze
waarop het onderhoud van de wegen, in het kader van de Werkverruimende maatregel, ter
hand is genomen alsmede voor de voortvarendheid waarmee gewerkt wordt aan de totstand-
koming van een riolering langs de Sluissedijk, de Oudendijk en de Kreekdijk, Naar aan
leiding van het gestelde met betrekking tot artikel 62 van de Afvalstoffenwet zegt
spreker dat een deel van de kosten van afvalverwerking destijds al is ondergebracht
in de onroerend goedbelastingenHij zegt dat er voor moet worden gewaakt datbij vast
stelling van een vast bedrag per huishouden, de inwoners niet dubbel worden getroffen.
Hij merkt op dat door de realisatie van de binnenkort te bouwen gymnastieklokaal de
sportvoorzieningen in Standdaarbuiten op een redelijk peil komen.
Tenslotte merkt spreker op dat getracht moet blijven worden om met acceptabele kosten
te komen tot uitbreiding van de ontvangstmogelijkheden via de centrale antenne inrichting
Vervolgens geeft de voorzitter, eveneens naar aanleiding van de notitie beleidsuit
gangspunten, het woord aan de heer Kokke.
De heer Kokke zegt de nota positief en constructief te vinden. Hij zegt zich hierin
geheel te kunnen vinden. Hij zegt het te betreuren dat deze nota er nog niet was bij
de totstandkoming van dit College. Alsdan had hij hier zijn steun wel aan gegeven.
Hij zegt echter deze steun alsnog gaarne toe. Tenslotte merkt hij nog op dat een porte
feuilleverdeling binnen het College naar zijn mening een gunstige invloed heeft.
Hierna geeft de voorzitter, ter behandeling van zowel de beleidsuitgangspunten als de
ontwerp-begrotingenhet woord aan de heer Veeke.
De heer Veeke geeft in een kort overzicht enkele naar zijn mening belangrijke besluiten
weer die het afgelopen jaar zijn genomen. Hij haalt daarbij onder meer aan de verlichting
van de Barlaaksedijk en de verkoop van het kloostergebouw waarin tot zijn spijt nog
immer geen werkgelegenheid tot stand is gekomen. Hij zegt het te betreuren dat ondanks
verzoeken daartoe nog geen extra woningcontingent is verkregen. Spreker zegt dat 1983
dringt tot bezuinigen maar dat getracht moet worden de bestaande voorzieningen te hand
haven. Hij zegt dat getracht moet worden te komen tot een beperking van de energiekosten
van de voormalige schoolgebouwen in de gemeente. Hij zegt dat de financiële positie
van de school te Noordhoek verre van gunstig is. Ten aanzien hiervan zegt hij te hebben
vernemen dat de periodieke uitbetaling van voorschotten op de exploitatie—uitkering
laat geschiedt. Hij zegt dat de werkgelegenheid waar mogelijk moet worden bevorderd
onder meer door invoering van deeltijdarbeid op de gemeentesecretarie. Spreker pleit
voor een aktieve benadering van zgn. starters onder meer door een vlotte afwikkeling
van vergunning-aanvragen en voor een doelgerichte begeleiding van langdurig werklozen
door de gemeentelijke sociale dienst. Tenslotte zegt spreker dat gezamenlijk moet werden
getracht Standdaarbuiten leef-, woon- en begaanbaar te houden.
Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de heer Koevoets.
De heer Koevoets zegt geen opmerkingen meer te willen maken ten aanzien van geraamde
bedragen welke voortvloeien uit vroegere raadsbesluiten. Hij zegt zich in zijn be
schouwing uitsluitend tot de toekomst te willen beperken. Spreker zegt van mening te
zijn dat het voeren van een zuinig en sober beleid zeer terecht is. Hij zegt hiervan
in de loonkosten echter niets terug te kunnen vinden. Hij zegt ten opzichte van 1982
een stijging van de loonkosten met 88.000,00 te hebben geconstateerd. Wordt naast
dit bedrag ook het bedrag gesteld voor de te vervullen vacature dan betekent dit een
totale stijging van de loonkosten met 140.000,00. Hij dringt aan op een nadere be
studering van de absolute noodzaak tot opvulling van deze vacature. Hij vraagt of opname
van een raming van 7.500,00 voor aanschaf kantoormachines ook verband houdt met de
opvulling van de bestaande vacature.
- Spreker -