De voorzitter zegt dat deze door de kopers zijn verwijderd tegen een bij raadsbesluit vastgestelde vergoeding van 125,00 per boom. Met de kopers van de eerste 3 percelen werd tevens de afspraak gemaakt dat zij ook de bomen op de toen nog onverkochte kavels zouden rooien. De heer Leerentveld zegt geen moeite te hebben met het voorstel en vraagt voorts op welke wijze het bestemmingsplan De Hoop nader ontsloten kan worden. Hij wil voorts op de hoogte gebracht worden omtrent de hoeveelheid kleine kavels bouwgrond binnen de ge meente die voor verkoop in aanmerking kunnen komen. Hij zegt voorts dat in het besluit de rechten en plichten van de koper en verkoper te summier zijn omschreven en vindt dat voor geleden schade tengevolge van onderhoud aan de riolering eventueel een ver goeding moet worden toegekend. De voorzitter zegt dat er bepaalde verplichtingen zijn opgenomen omdat er in de op de percelen aanwezige sloot een rioolbuis ligt. Mocht er schade ontstaan dan zal deze- op een normale manier en in goed overleg worden afgedaan, aldus de voorzitter. Daarnaast zijn hieromtrent bepalingen in het Burgerlijk Wetboek opgenomen. De voorzitter zegt dat met een verdere ontsluiting van ''De Hoop" rekening is te houden, doch dat op dit tijdstip nog niet tot realisatie kan worden overgegaan. Er liggen thans buiten de bestemmingsplannen nagenoeg geen percelen bouwgrond braak. Incidenteel be reiken ons verzoeken om tot verkoop over te gaan, aldus de voorzitter. De heer Veeke zegt het prettig te vinden dat de percelen bouwgrond aan de Noordhoekse- dijk op korte termijn verkocht worden. Hij vindt wel dat het lang duurt voor de bouwver gunning afgegeven wordt. De voorzitter antwoordt dat het College alle mogelijke spoed betracht heeft doch dat een aanvraag ex. artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zoals deze een tijd rovende procedure inhoudt. Hij besluit met te zeggen dat dit ook een gevolg is van de voortvarendheid van werken door het College. Immers als met de verkoop gewacht was op de goedkeuring van het bestemmingsplan dan waren er deze problemen niet geweest. In dit geval waren er ook nog geen activiteiten op dit moment mogelijk geweest. Zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 5. Voorbereidingsbesluit i.v.m. partiële herziening bestemmingsplan Oost I. De voorzitter zegt dat het voorstel gelanceerd is om de mogelijkheden voor sociale wonir bouw veilig te stellen. De huidige kavelindeling is door de sedert de vaststelling van het plan gewijzigde inzichten te groots opgezet. Hij zegt voorts dat 1 inwoner moeite heeft met deze wijziging en zich intussen tot de Raad heeft gewend. Gezocht wordt naar een bevredigende oplossing. Omdat in alle gevallen een bestemmingsplanwijziging nodig is werd besloten het voorstel toch te handhaven. De heer Kokke zegt dat er in elk bouwplan enkele minder aantrekkelijke kavels liggen ^Jie dan maar benut mceten worden voor sociale woningbouw. Hij stelt vragen omtrent de ^Inhoud van het gewijzigde beleid. Voorts vraagt hij wanneer sociale woningbouw ge realiseerd kan worden en of er tegen een voorbereidingsbesluit bezwaar aangetekend kan worden De voorzitter zegt dat er voor 1983 nog geen contingent woningen is toegewezen en zegt dat mogelijk eind 1982 het contingent voor 1982 herverdeeld zal worden. Het bestemmings plan Oost II wordt binnenkort behandeld door de Provinciale Planologische Commissie. Een snelle aanbieding aan de Raad van het bestemmingsplan moet dan mogelijk zijn, aldus de voorzitter. Omtrent de verdichting van de bestemmingsplannen verwijst de voorzitter naar omliggende gemeenten waar ditzelfde ook is geschiedt. Bezwaar tegen een voorbe reidingsbesluit is niet mogelijk. Dit voorstel is slechts bedoeld om een intentiever klaring te verkrijgen, aldus de voorzitter. In de huidige plannen was op deze plaats ook voorzien in sociale woningbouw, zodat de bestemming als zodanig niet wijzigt. De heer van Hoof zegt blij te zijn met dit plan en spreekt de hoop uit dat het College de problemen die gerezen zijn op kan lossen. De voorzitter zegt hierin alle vertrouwen te hebben. De heer Leerentveld vraagt waarom het bestemmingsplan niet meteen gewijzigd is. Voorts vraagt hij zich af waarom een recent bestemmingsplan nu al gewijzigd moet worden. Hij trekt daaruit de conclusie dat het oorspronkelijke plan te ruim van opzet was. De voorzitter antwoordt dat het plein inmiddels al 4 a 5 jaar oud is en inmiddels al aardig is volgebouwd. - Bijstelling -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1982 | | pagina 46