- 3 -
De voorzitter antwoordt dat de heer Sweere bij verkoop van de bij hem in eigendom
zijnde grond mag bedingen wat hij wil. Over de verkoopprijs is tevoren nog over
leg gepleegd met de provincie. Voor de provincie was de verkoopprijs nog net toe
laatbaar. Omdat een jonge agrariër nooit graag zijn grond kwijtraakt meent de voor
zitter dat de heer Sweere in deze redelijk gehandeld heeft.
De heer van Poeijer vreest dat voor soortgelijke projecten in de toekomst nooit
meer grond te koop zal zijn voor minder dan 12,50 m2. Spreker meent dat de heer
Sweere nu. profiteert van eerder gemaakte fouten. Hij wil wel het voorstel steunen
maar dan op andere gronden dan het college voorstaat.
De heer Veeke vraagt of het zeker is dat de nog benodigde gronden van de S.E.L. en
de dienst Domeinen kunnen worden gekocht voor 6,00 per m2.
De heer van Poeijer denkt dat de prijs van 6,00 per m2 is genoemd voordat de
prijs welke bij dit voorstel aan de orde is n.l. 12,50 per m2.
De heer Veeke zegt bang te zijn voor eventuele problemen welke zich kunnen voordoen
bij de aanleg van riolering t.b.v. de verdere lintbebouwing. We krijgen dan n.l.
weer te maken met dezelfde grondeigenaren.
De voorzitter zegt blij te zijn tot overeenstemming te zijn kunnen komen, Zou het
op een onteigeningsprocedure zijn uitgelopen dan waren de kosten welke dit met zich
mee zou brengen niet te overzien geweest omdat dan de mogelijkheid aanwezig zou
zijn geweest dat de aannemer i.v.m. stopzetting van het werk een schadeclaim zou
indienen. Ook zou een onteigeningsprocedure gepaard gaan met onaanvaardbaar tijd
verlies.
Zondere verdere discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel vervolgens
aangenomen
9. Krediet aanleg voorzieningen ontwatering en trottoiraanleg aan de Hoogstraat
(3e wijziging gemeentebegroting 1981).
De heer Veeke merkt op dat het gevraagde krediet maar een gedeelte is van het voor
de totale werkzaamheden benodigde krediet. Er is n.l. geen rekening gehouden met
de aanleg van de straatverlichting. Uit het voorstel blijkt dat ook de gemeente
wel eens op een verkeerd spoor kan zitten met het opstellen van voorwaarden in een
overeenkomst. Tevens vindt hij het niet reeel dat nu de gemeente deze werkzaamheden
moet uitvoeren. Volgens spreker kan de op te richten B.V. er wel voor zorgen dat
een gedeelte van het tegoed alsnog kan terugvloeien in de gemeentekas indien alle
woningen zijn verkocht. Hij stelt dan ook voor om alsnog alles in het werk te stel
len oin zoveel mogelijk van de schuld los te krijgen.
De voorzitter antwoordt dat de op te richten B.V. momenteel handelt als bewind
voerder en niet als eigenaar van de woningen. De aanleg van de straatverlichting
betreft uitsluitend het binnenterrein. De kopers van de woningen aan de Hoogstraat
ondervonden echter dermate wateroverlast dat het niet verantwoord was deze mensen
te laten wachten totdat de hele financiële afwikkeling zou zijn afgerond.
De heer Veeke stelt dat de fout welke de gemeente genaakt heeft is geweest het
opnemen van de verplichting tot het verrichten van bedoelde werkzaamheden als voor
waarde bij de bouwvergunning. Volgens spreker hadden de kosten der werkzaamheden
beter verdisconteerd kunnen worden in de grondprijs.
De voorzitter antwoordt dat het college indertijd blij was met het verzoek om een
vergunning voor de bouw van 14 woningen. Door de bouw van deze woningen is een stuk
kaalslag in de Hoogstraat opgevuld en het aanzien verfraaid. Omdat toendertijd
niemand kon vermoeden dat Stok in grote moeilijkheden zou komen te verkeren kan
het gemeentebestuur niet anders doen dan de handen in onschuld wassen. Bovendien
was de grond niet van de gemeente zodat niets te verdisconteren was.
De heer Mulders vult nog aan dat de openbare verlichting bovendijks voldoende is
gebleken
De heer Bogaarts zegt moeite te hebben met het onderhandelen met een B.V. in op
richting welke wel de lusten en niet de heersende lasten van zijn voorganger over
neemt. Spreker trekt een vergelijking met een aspirant-bouwer in het buitengebied.
Hierbij komen de kosten van nutsvoorzieningen voor rekening van de bouwer. Het
onderhavige geval is identiek en nu komen de kosten ten laste van de gemeente.
De voorzitter antwoordt dat, wanneer de woningen bewoont zijn, tegenover de te maken
kosten toch ook diverse inkomsten staan zoals die uit het gemeentefonds
- De -