- 5 - Samenvattend: de minimale lasten verzwaring met lang lopende lening 3,74% van 1.393.500,00 f 521 maximale lasten verzwaring met kasgeldlening 5,24% van 1.393.500,00 Is aan te geven wat de invloed is van het zeer hoge rentepercentage van dit moment op de rentelasten voor de begroting van dit jaar? Ik kan de conclusie trekken dat: 1^De onroerend goed belastingen op dit moment zijn al aanzienlijk hoger dan elders, dit houdt in als door dit besluit de onroerend goed belasting ver hoogd moet worden, deze onverantwoord hoog wordt 2. We moetan terdege rekening houden met het wegvallen van de uitkering van het rijk ingevolge artikel 12. 3. We zullen te maken krijgen met een lagere uitkering uit het gemeentefonds (of in ieder geval een mindere stijging dan verwacht) vanwege de ombuigings operatie van het kabinet. Exact is dit nog niet te berekenen, een voorzichtige schatting van 50.000,00 is waarschijnlijk aan de lage kant, 4. Daarbij de extra rentelasten, zoals eerder gesteld bovenop het berekende bedrag van de exploitatie van 32.000,00. 5. Met daarbij de signalering dat in de exploitatie uitgegaan is van een beheerder in WSW- verband, hetgeen geen juiste weergave betekent van de wer kelijke lasten. 6. Dat bij doorgaan van deze investering voor een reeks van jaren overige investeringen op de tocht komen. Op grond van het bovengenoemde is het doorgaan van de sporthal een onaanvaard bare zaak en volkomen onverantwoord, aldus de heer van Hoof. De voorzitter zegt dat de heer van Hoof 2 zaken door elkaar haalt: de gewone markt- rente en de rente- omslag van de gemeente. Op het ogenblik is de rente voor een kasgeldlening 11 a 12%. De renteomslag is aanzienlijk lager. Rekenkundig is het juist, maar voor ons geldt niet de rente van gewoon kapitaal. Wij zouden altijd lager zitten dan op de vrije geld markt. Voor het vreemde geld moeten wij een hogere rente betalen. De heer van Hoof zegt dat het wel neer komt op een extra rentelast. De voorzitter zegt dat wij 400.777,00 vreemd geld moeten hebben; daar passen wij die renteomslag niet op toe. Voor de begroting 1980 kan ik niet zeggen vrat de nadelige invloed is van de hoge rente. De kasgeldlening van 1.500.000,00 loopt op 4 april 1980 af. De heer Hereijgers zal proberen de kasgeldlening door te laten lopen tot 3e paasdag, dan hoeven wij maar één dag 13% te betalen. Voor 1979 was de rentelast 16.000,00 a 17.000,00 hoger; half 1979 is het zo omhoog gegaan. Spreker is van mening dat het rentepercentage niet meer beneden de 10% zal zakken De heer Bogaarts zegt dat in lengte en breedte over sportzalen gesproken is. Hij is van mening dat mits wij het kunnen betalen, wij het moeten doen. Wij zijn er met zijn allen van overtuigd dat, wat wij nu hebben, onaanvaard baar is voor de toekomst. We hebben ook nog gesproken over de mogelijkheid om de bestaande accommodatie te verbouwen, in mijn ogen te verprullen. Spreker lijkt het bouwen van een sportzaal niet reeëlDe gebruiksmogelijkheden zijn niet optimaal. Hier zouden wij spijt van krijgen. Het meest gewenst is dat er een sporthal komt. Standdaarbuiten is geen Amsterdam. Wij hebben de exploitatieopzet gezien en deze geeft wel wat mogelijkheden. Wij zullen noodge dwongen moeten lenen. Wanneer we nu niet overgaan tot het bouwen van een sporthal, kunnen we het tot de volgende zittingsperiode wel vergeten. Wij kunnen geen koffiedik kijken. Het aantal inwoners dat erbij komt geldt wel degelijk mee. - Hij - 73.019,40

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1980 | | pagina 20