- 9 - Hij vraagt of het stopverbod gehandhaafd blijft aan de beboste kant. De voorzitter bevestigt dit. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 11. Verhoging van de tarieven voor het ledigen van faecaliënputten (9e wij ziging van de Verordening reinigingsrechten). De voorzitter zegt nog aan te willen tekenen dat niemand verplicht is gebruik te maken van de diensten van de gemeente. De heer Veeke vraagt of er veel mensen gebruik maken van deze diensten en zijn er ook mensen bij die rioolbelasting betalen? De voorzitter zegt dat er wel een aantal mensen gebruik van maken» ook de mensen die rioolbelasting betalen» maar die hoeven niet te betalen voor het ledigen van faecaliënputten. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 12. Verkoop stukje dijktalud. Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 13. Krediet voorbereiding ontwerp - bestemmingsplan en exploitatie opzet bestemmingsplan Oost II (28e wijziging gemeentebegroting 1979 en 5e wij ziging begroting 1979 grondbedrijf, 5e wijziging gemeentebegroting 1980 en 2e wijziging begroting 1980 grondbedrijf De heer Bogaarts zegt dit i.v.n. de lange termijn een wijs beleid te vinden om alvast voor te bereiden. De voorzitter beaamt dit en zegt dat je de ontwikkelingen beter op de voet kunt volgen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 14. Rondvraag. Peilhoogte woningen in bestemmingsplan De Hoop. De heer Veeke vraagt wie de peilhoogte bepaalt van de woningen in be stemmingsplan De Hoop. De voorzitter zegt dat namens B en W de peilhoogte aangegeven wordt door de ambtenaar van bouwtoezicht. De heer Veeke zegt niet te begrijpen dat de ene woning zoveel hoger ligt als de andere. De voorzitter zegt dat als regel 20 cm boven de kruin van de weg aange geven wordt. De heer Veeke zegt dat de grondhocgte niet bepalend is, maar de peil hoogte Wethouder Kouters merkt op dat er mensen zijn die zeggen: ik wil hoger zitten als mijn buren» als ik maar van dat water af ben De voorzitter zegt dat de buren met het Burgerlijk Wetboek in de hand een civiele procedure moeten aanspannen. De heer Veeke zegt het een absurde zaak te vinden dat dit civielrechte lijk is. De peilhoogten in een straat moeten hetzelfde zijn. Bij schakel woningen ligt dat anders, de woning die verder achteruit ligt heeft een hoger peilhoogte als de woning die aan straat ligt. Wij moeten goed controle uitoefenen dat deze peilhoogte niet over schreden wordt. - De voorzitter -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1979 | | pagina 74