- 4 -
parallelwegen de kleine viaducten kruisen naar zijn mening met voorrang
verlicht dienen te worden. De voorzitter zegt het gevaar van deze
plaatsen niet helemaal te onderkennen, en zegt tevens dat mensen die
iets in de zin hebben met passanten eerder profiteren van de voordelen
die overzichtelijke wegsituaties bieden. Spreker zegt tenslotte toe te
informeren naar de mogelijkheden die er in deze zijn.
J eugdt andve r zo rging
De heer van .de Nobelen informeert of er al reacties van ouders zijn
ontvangen met betrekking tot de enquête over de jeugdtandverzorging. De
voorzitter antwoordt dat ruim de helft van alle betrokken ouders tot op
heden heeft gereageerd; van deze 50 hebben er volgens hem ongeveer 50
medegedeeld deel te nemen aan de jeugdtandverzorging en hebben er onge
veer 20 te kennen gegeven geen prijs op deelname te stellen omdat zij
zelf - practisch allen fondspatiënten - met hun kinderen een eigen
tandarts bezoeken. Spreker deelt voorts mede dat de dental-car de
scholen in deze gemeente op dit moment bezoekt en dat men dit jaar niet
meer terugkomt; dit mag volgens hem enerzijds niet zo gelukkig lijken,
anderzijds meent men op grond van betrouwbare gegevens te mogen conclu
deren dat deze frekwentie voldoende is. De voorzitter merkt vervolgens
op dat de ingekomen reacties overigens subjectief en van zeer uiteenlo
pende aard zijn en erop duiden dat de ouders dan wel niet altijd de
jeugdtandverzorging in schoolverband ter harte gaat, maar in elk geval
wel, getuige het halfjaarlijks bezoek aan de tandarts van nagenoeg
allen, de kwaliteit van hun gebit en dat van hun kinderen; hij zegt dat
resumerend gesteld mag worden dat de toestand niet zo hopeloos is als
hij lijkt maar dat hij de resultaten van de enquête niettemin met de
Schooltandartsendienst zal bespreken.
De heer van de Nobelen spreekt ook de hoop uit dat de gemeente, gezien
het ernstig tekort aan tandartsen met name in West-Brabant, blijft
deelnemen aar. de jeugdtandverzorging. De voorzitter is het hier hele
maal mee eens en benadrukt, dat er bij uittreden niet zo gauw een al
ternatief voorhanden is.
De heer Bogaarts zegt van mening te zijn dat het hier primair om een
verantwoordelijkheid van de ouders gaat en dat hij hier persoonlijk het
liefst zelf gestalte aan geeft; ook volgens hem zijn de reacties van
subjectieve aard en is het feit of men al dan niet fondspatiënt is niet
van doorslaggevende betekenis in verband met het wel of niet deelnemen
aan de jeugdtandverzorging; niettemin, zegt hij, behoort de gemeente in
het belang van degenen die wél aan de jeugdtandverzorging deelnemen
vooralsnog op de ingeslagen weg voort te gaan doch dienen de verdere
ontwikkelingen nauwlettend in het oog te v/orden gehouden.
Ook de heer Mulders zegt deze mening te zijn toegedaan.
Op de opmerking van de heer Bogaarts dat zijn echtgenote heeft ervaren
dat haar aanwezigheid in de dental-car bij de behandeling van een van
zijn kinderen niet erg op prijs werd gesteld antwoordt de voorzitter
dat dit zijn oorzaak kan hebben gevonden in het feit dat kinderen nu
eenmaal zeer verschillend reageren op de behandeling wanneer ouders
hierbij tegenwoordig zijn en dat deze aanwezigheid nu eenmaal ook
averechts kam werken. Tenslotte benadrukt hij nogmaals dat er bij uit
treden van deze gemeente uit de Gemeenschappelijke Regeling niet zo
gauw een alternatief voorhanden is.
Toestand Y/egdek van Bornhemweg te Oudenbosch.
De heer van Tilburg merkt op dat het wegdek van de Bornhemweg te Ouden
bosch zich in een zeer slechte staat bevindt, hetgeen zich met name
manifesteerde tijdens de recente gladheid; hij zegt het een bedroevende
zaak te vinden dat hier nog steeds niets aan wordt gedaan. De voorzit
ter antwoordt dat hij dit, mede uit eigen ervaring, slechts kan beamen;
- hij -