- 5 - 11. Verplaatsing tijdstip zomerkermis te Standdaarbuiten en onderhandse verpachting van de zomerkermissen te Standdaarbuiten en Noordhoek 1977. De heer Mulders zegt te vrezen dat de verplaatsing van de Standdaarbuitense kermis deze niet uit het slop vermag te halen maar dat hij niettemin achter deze poging staat. De voorzitter antwoordt dat hier van tevoren niets over valt te zeggen, en hij verwijst naar het verschil in aantrekkingskracht tussen de Stand daarbuitense en de Noordhoekse zomerkermis. Ook de heer Bogaarts zegt dat hij het initiatief toejuicht, maar zegt te hopen dat deze centrale verpachting aan de heer van Gooi financieel niet ten koste van de individuele kermisexploitanten gaat. De voorzitter antwoordt dat hij niet over dit laatste kan oordelen, maar zegt overigens van mening te zijn dat de verhouding tussen de heer van Gooi en de kermisexploitanten beter is dan die tussen de gemeente Standdaarbuiten en de kermisexploitanten. Hij merkt voorts nog op dat het gemeentebestuur in het verleden enkele malen een individueel aanbod aan diverse kermisexploitanten heeft gedaan tot onderhandse verpachting, maar dat hier toen nooit ant woord op is ontvangen. De heer van de Nobeler, merkt op dat de kans op regen in de maand september zijns inziens groter is dan in juli. De voorzitter ant woordt dat de weersomstandigheden tijdens het Zunderts bloemencorso, dat ook in september wordt gehouden, in de afgelopen jaren eerder tenderen naar het tegenovergestelde. Vervolgens zegt ook de heer van der Horst het onderhavig initiatief toe te juichen. Zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen tenslotte aange nomen 12. Rondvraag. Bej aardenwoningen De heer van Tilburg informeert of er in de naaste toekomst ook nog bejaardenwoningen worden gebouwd in Standdaarbuiten; hij merkt in dit verband op dat de wachtlijst voor de Standdaarbuitense bejaarden woningen gestaag groeit en dat er momenteel vanuit de bejaarden huizen bij de bejaarden op wordt aangedrongen om zolang als maar enigszins mogelijk is zelfstandig te blijven wonen. De voorzitter merkt met betrekking tot dit laatste op dat een beleidsombuiging in deze dringend gewenst was, en dat de instelling van indicatie commissies hier overigens al op duidt. Met betrekking tot voor noemde wachtlijst merkt hij op dat deze naar zijn mening vrij klein is op dit ogenblik; spreker dringt er in dit verband echter op aan dat de bejaarden zelf meer duidelijkheid in deze moeten betrachten en een betere planning behoren te maken; naar zijn mening zou er dan ook van overheidswege een betere planning in deze mogelijk zijn. De voorzitter merkt verder op dat enkele jaren geleden bij het ge reedkomen van de bejaardenwoningen te Standdaarbuiten en Noordhoek geen bejaarden voor al deze woningen konden worden gevonden en dat deze woningen ten langen leste maar, zij het onder bepaalde voor waarden, aan pasgehuwden werden aangeboden, maar dat nu het moment gekomen is dat aandrang moet worden uitgeoefend op deze jonge ge zinnen om deze bejaardenwoningen te verlaten opdat deze kunnen worden betrokken door bejaarden. Ook de heer van de Nobelen zegt in deze op spoed te willen aan dringen De heer Bogaarts, lid van de toewijzingscommissie voor deze ge meente, merkt vervolgens op dat deze commissie gevallen met een -6-

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1977 | | pagina 11