- 6 - De heer van der Horst vindt de in Hoofdstuk VIII,blz *40 sub 379/ 20 genoemde stijging van 80,tot ruim 417,- per leerling uit deze gemeente die de school voor Amateuristische Kunstbeoefening te Oudenbosch bezoekt een onverteerbare zaak; hij wenst van de zijde van deze leerlingen een bijdrage in de kosten naar draag kracht. De voorzitter antwoordt dat er op dit moment door voornoem de school wel degelijk een tegemoetkoming in de kosten van de zijde van de leerlingen wordt gevraagd, zij het niet naar het zijns in ziens onvolledig en overigens ook moeilijk te hanteren begrip in dividuele draagkracht, doch naar rato van het soort instrument of het aantal instrumenten dat/diemen bespeelt casu quo de overige aktiviteit(en) die men er beoefent; hij merkt hier onder verwijzing naar het bibliotheekwezen in zijn algemeenheid over op dat cultuur, in welke verschijningsvorm dan ook, nu eenmaal een dure aangelegen heid is geworden in deze tijd; volledigheidshalve merkt spreker hier ook nog over op dat bovengenoemde stijging de eerste is sinds 7 jaar aangezien het bedrag van 80,git 1970 dateert. De heer Bogaarts spreekt het vermoeden uit dat de forse verhoging voornamelijk wordt veroorzaakt door het groot aantal dure vakleer krachten dat de School voor Amateuristische Kunstbeoefening sinds 1970 in dienst heeft genomen. De voorzitter zegt het hiermee eens te zijn, tevens opmerkend dat de opleidingen aan de School indirect tot nut strekken voor de hele gemeenschap. De heer van de Nobelen merkt vervolgens jp het bepaald onredelijk en eenzijdig te vinden de School voor Amateuristische Kunstbeoefe ning om financiële redenen aan te vallen en een instelling als het Vormingscentrum "Het Hoekske" te Zevenbergen hierbij onopgemerkt te laten. De heer lïlulders zegt dat de heer van de Nobelen dit laatste zijns inziens niet moet overtrekken, gezien de postieve voorlichting die functionarissen van voornoemd Vormingscentrum enkele jaren geleden over hun werkzaamheden hebben verstrekt aan de Raadsleden. De voorzitter antwoordt dat de persoonlijke bij drage van 2,-- per persoon per week aan het Vormingscentrum "Het Hoekske" in geen enkele verhouding staat tot de persoonlijke bijdrage van de leerlingen van de School voor Amateuristische Kunstbeoefening, maar is het er overigens met de heer van de Nobelen over eens dat, indien tot besnoeiing zou worden overge gaan, beide instellingen hiervoor in aanmerking zouden dienen te komen; een en ander neemt overigens niet weg, zegt hij met nadruk, dat de stukken van de School voor Amateuristische Kunstbeoefening geenszins de indruk bij hem hebben gewekt dat hier met geld wordt gegooid, iïlet betrekking tot een eventuele bijdrage naar draagkracht merkt spreker op dat, indien de leerlingen van voornoemde school te Oudenbosch hiertoe zouden worden verplicht, hij dit persoonlijk ook zou wensen ten aanzien van de bezoekers van voornoemd Vormingscen trum te Zevenbergen, niet in de laatste plaats omdat de bijdrage van 2,-- per persoon per week volkomen los staat van het aantal uren dat men het Vormingscentrum bezoekt. De heer Bogaarts merkt vervolgens op dat, indien men volgens boven genoemd stramien doorredeneert, ook ten aanzien van de sportvereni gingen het draagkrachtbeginsel zou moeten worden gehanteerd. De voorzitter antwoordt dat dit enerzijds inderdaad niet onlogisch zou zijn, maar dat men anderzijds direct op practische onuitvoer baarheid hiervan zou stuiten. De heer van de Nobelen merkt vervol gens op dat hij de tijd rijp acht voor een bezoek vaneen deputatie van de Gemeenteraad aan de School voor Amateuristische Kunstbeoefe ning te Oudenbosch. De voorzitter antwoordt dat hij dit een goede suggestie vindt en dat hij hierover contact zal opnemen met deze School; hij knoopt hier tevens zijn persoonlijke wens aan vast - dat -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1976 | | pagina 70