- 5 - De heer van de IMobelen dringt er vervolgens op aan de nodige voor zichtigheid in acht te nemen met het verhogen van de tarieven voor het ledigen van faecaliënputten omdat anders zijns inziens het risi co ontstaat dat men deze putten op sloten loost. De voorzitter ant woordt dat er voor mensen wier panden niet op de riolering zijn aangesloten ook nog de mogelijkheid van een septic-tank bestaat en dat het klandestien lozen van faecaliën in sloten overigens een aangelegenheid is die het betreffende Waterschap aangaat. De hear van Tilburg informeert of het nieuw tarief van 60,-- voor het ledigen van f"ecaliënputten een uniform tarief voor alle putten is. De voorzitter antwoordt dat dit inderdaad zo is omdat het nu eenmaal ondoenlijk is om al naar gelang de grootte van de putten differentiatie in deze tarieven aan te brengen. De heer van der Horst merkt op dat er nogal eens een lange wacht- tijd is tussen het moment waarop men de fa. van den Maagdenberg waarschuwt en het moment dr deze arriveert. De voorzitter ant- wpordt dat de fa, van den Maagdenberg nu eenmaal niet onmiddellijk komt indien iemand dat wenst maar dat voornoemde firma voldoende opdrachten voor een volle tankwagen probeert te combineren. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel tenslotte aangenomen 1 '2. Diverse belastinqmaa reoelen voor 1977 en vaststelling nieuwe Legesverordeningnieuwe Verordening op de heffing en invordering van onroerendgoedbelastingen en 4e wijziging van de Rioolrechtver- ordening De heer Bngaarts merkt np dat de gemeente bij het financieren van de eigen voorzieningen kennelijk met de rug tegen de muur staat. De voorzitter antwoordt dat in 1975 bij de invoering van de on- roerendgoedbelastingen voor de bewoners als uitgangspunt heeft ge golden het bedrag dat np dat moment in het kader van de toen ver vangen belastingen werd geheven, en dat in 1975 alleen een ver schuiving in de belastingdruk is gekomen urn het verlies np te vangen ten gevolge van het feit dat landbouwgrond, een hoog per centage van het grondoppervlak in deze gemeente, bij de onroerend- goedbelasting buiten beschouwing blijf' Tn 1976 u'er 4 t trrief voor de onroerendgoedbelastingaldus spreker, niet verhoogd, maar in 1977 kan hier niet aan worden ontkomen. Deze verhoging houdt, aldus do voorzitter, beslist niet in dat hiermee tot het uiterste wordt gegaan; hij stelt dat de gemeente Standdaarbuiten zich hier mee nogonder de helft van het wettelijk te heffen maximum bevindt. De heer lYlulders zegt de tariefsverhogingen van de onroerendgoed belasting ook als een onontkoombaar feit te accepteren; in de ta riefstelling van het rioolrecht voor bijzondere gebouwen zou hij evenwel graag uniformiteit zien in plaats van de voorgestelde dif ferentiatie. De voorzitter antwoordt dat deze differentiatie naar de mening van het College aanvaardbaar is, gezien het nu eenmaal zeer intensief gebruik van de riolering door hijzonderegebouwen als bijvoorbeeld de scholen en het bejaardentehuis. Hij zegt ver volgens te hopen, en ervoor in te staan dat hier van gemeentewege alles aan zal worden gedaan, dat de gemeente Standdaarbuiten in 19S0 weer een sluitende begroting heeft met als gevolg eindelijk weer grotere financiële zelfstandigheid. Zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen tenslotte aan genomen 13Vaststelling van de gemeentebegroting 1977 met de 1e wijziging daarvan - De -

Raadsnotulen

Standdaarbuiten: 1937-1996 | 1976 | | pagina 69